Verhalen uit mijn dagboek #2 – Xinjiang

Verhalen uit mijn dagboek #2 – Xinjiang

Verhalen uit mijn dagboek is een serie van artikelen uit het dagboek die ik tijdens mijn fietsreis van Rotterdam naar Singapore bijhield. Ik was onderweg van 2 februari 2015 tot 30 januari 2016. Naast uitgeschreven belevenissen deel ik ook een stukje persoonlijke bewustwording van de impact die dit jaar fietsreizen op mij gehad heeft. Vandaag #2 waarin ik je meeneem naar Xingjiang China. 

2 september – 79km (9472km)

Een grote jeep slaat linksaf van het terrein van een lokaal politiebureau. Ik zit in deze jeep. De chauffeur duwt nog even extra op het gaspedaal, de banden slippen en achter de jeep ontstaat een grote stofwolk. Op het dashboard in de auto staat een klein LCD schermpje waarop een videoclip van Westlife afspeelt. “We kwamen toch van rechts?” Vraag ik aan Thorsten. Thorsten, die uit Duitsland komt, zit naast mij op de achterbank. Ik voel mij steeds ongemakkelijker in de situatie waarin Thorsten en ik zijn verkeerd. Thorsten lijkt minder gespannen. Een uur geleden fietsten we nog over zanderige wegen hier in de Xinjiang provincie in het westen van China. Thorsten heb ik een paar dagen geleden ontmoet in Kashgar. We begonnen samen de ruim 2000 kilometer lange fietstocht van Kasghar naar Golmud, dwars door de Taklamakan woestijn en dwars door de Oeigoerse cultuur. 

“We kwamen toch van rechts?” Vraag ik nu aan de chauffeur. Hij lijkt me niet te verstaan. Zomaar, werden we zo’n 4 uur geleden van de weg geplukt. Het voelt voor mij alsof we totaal geen controle hebben in wat er nu met ons gebeurd. Dat baart mij zorgen. Wat als ze denken dat we spionnen op de fiets zijn. Westerse journalisten die een kijkje komen nemen in de Chinese onderdrukking van de Oeigoeren? Er is hier ook geen toerist te bekennen. Zelfs de meeste fietstoeristen wagen zich niet aan een maand lange tocht van 2000 kilometer door alleen maar zand en een paar kleine stadjes. 

Een uur of twee geleden werden we meegenomen naar het lokale politiebureau. En onze fietsen? Die staan op goed vertrouwen ergens langs de weg met de persoon die ons tegenhield en de politie alarmeerde. 

Als we aankomen bij het politiebureau worden er twee stoelen voor ons neergezet. Er loopt een jongen zenuwachtig heen en weer met een wat strakke gezichtsuitdrukking. Ik word er ook zenuwachtig van. Wat willen ze van ons? En niemand spreekt ook een woord Engels. Na een lange ongemakkelijke stilte komt er een mevrouw met een Han Chinees uiterlijk op ons aflopen. “Zijn jullie journalisten?” Is de eerste vraag die ons in het Engels gesteld wordt. Thorsten, die er bewonderenswaardig rustig onder blijft, legt uit dat we onnozele fietsers zijn. “Maar wat doen jullie hier dan?” Thorsten legt verder uit dat we vanuit Europa naar China zijn gefietst en we dat doen voor ons plezier. Ik benadruk Thorsten zijn verhaal door foto’s te laten zien op mijn camera. Foto’s van bergen, woestijn, kamperen, fietsen en zo nu en dan een portret. 

De dame begint onverwacht te glimlachen. Dat doorbreekt de spanning. De sfeer begint wat losser te worden. Na een paar andere vragen belanden we in een fotosessie met de andere agenten die opeens maar al te graag met ons op de foto willen. Als wij voorstellen om een foto te nemen van dit historische moment met onze camera wordt de sfeer weer wat ongemakkelijker. Dat kan helaas niet legt de mevrouw ons uit.

En zo belanden we achterin de jeep. En waar gaan we eigenlijk heen? Ik bedenk me een slechte filmsituatie waar spionnen ergens in een afgelegen weiland afgemaakt worden. Niet aan denken, corrigeer ik mezelf, toch raak ik even in paniek. Tot de telefoon gaat van de chauffeur. Hij schelt wat in de Chinese taal en slingert dan aan het stuur van de jeep. De jeep maakt gewelddadige u-turn en ik slaak een diepe zucht van verlichting. Geen bos, geen dumpactie, we gingen toch de verkeerde kant op. 

We rijden terug naar de plek waar onze fietsen staan, die er gelukkig nog staan, samen met de persoon die de wacht houdt. Thorsten zijn fiets wordt ingeladen in een klein politiebusje wat ons volgde vanaf het bureau. Een busje dat lijkt op een Volkswagen hippie busje maar dan met zwaailichten. Het busje is net iets te klein voor de fiets. De agenten ergeren zich hieraan, ze mompelen wat tegen elkaar. Opeens rijdt het busje hard weg met de fiets van Thorsten er nog half uitstekend. Thorsten wordt woedend en gaat door het lint tegen de agenten die naast ons staan. Hij begint zelfs te roepen: “Zijn jullie wel helemaal goed snik!? Wat als mijn fiets eruit valt? En waar gaat mijn fiets naartoe?”

In de verte stopt het busje naast een bakwagen met een ezel ervoor. De agent van het busje maakt een praatje met de persoon op de bakwagen, die volgens omkeert en naar ons komt rijden. Het lijkt allemaal op een theatervoorstelling maar gek genoeg is het de werkelijkheid. We laden mijn fiets en tassen bij de boer in zijn bakwagen, ook gaat de fiets van Thorsten uit het busje en in de bakwagen. Thorsten en ik worden gevraagd het busje in te gaan. We hebben geen idee wat er allemaal gebeurt. Ik laat al mijn angstige en boze emoties voor wat ze zijn. Hier werkt het anders dan ik gewend ben, heel anders. Na een kilometertje of 15 stoppen we bij wat lijkt een grenspost te zijn. We mogen uit de bus en wachten op onze fietsen die wat later met de kar en de ezel aankomen bij de grenspost. Als onze fietsen weer uitgeladen zijn krijgen we nog uitgebreid advies. “Jullie moeten naar het volgende stadje gaan en daar een hotel opzoeken want jullie kunnen echt een douche gebruiken.” 

We nemen afscheid van de agenten die ons begroeten alsof we net een hechte vriendschapsband hebben opgebouwd. We rijden langs de grenspost zwaaiend naar de agenten die ons nakijken. We letten goed op dat we niet gevolgd worden en slaan na drie kilometer linksaf wat boerenweilanden in. Terwijl we onze tenten opzetten kijken we elkaar met een nog wat gespannen glimlach aan. Wat is ons zojuist overkomen?

Uyghur farmer

Thorsten in the Taklamakan

Images from the road

Camping between fruits

Uyghur man from a village in the Xianjing Uyghur Autonomous Region in China

Tandoori oven in the Uyghur region in China

Children in a village in the Uyghur part of China

Dit was mijn eerste ervaring van reizen in China. Mijn referentiekader is Nederland en hier heb ik geleerd bepaalde rechten te hebben. In China was ik onderworpen aan een autoriteit die op een andere, voor mij onbekende manier, de samenleving vorm geeft. In de meeste landen werd ik als gast ontzettend gastvrij onthaalt vanwege culturele, religieuze of materialistische waarden. In het westen van China kwam de gastvrijheid van de Oeigoerse mensen. Contact met de Oeigoeren was juist iets wat de autoriteiten probeerden te voorkomen. Ik ging me dus veel afvragen.

De Chinese overheid investeert flink in de ontwikkeling van het westen van China. Onder andere met voorzieningen in wonen, onderwijs en landbouw. Naar mijn beleving profiteren sommige Oeigoeren hiervan, andere voelen dat daarbij hun identiteit wordt afgenomen. Thorsten en ik hadden veel gesprekken over wat vrijheid betekent. Thorsten voelde zich niet vrij in Duitsland, alles wordt gestuurd door een op geld gericht systeem, legde hij me uit. Het hoge gehalte van individualisme is daar een gevolg van. We waren het beiden eens dat reizen op de fiets voor ons de meest pure manier van vrijheid ervaren is.