Larry stond achter de balie van de Zim’s Hotspring in de Meadows vallei in de noordelijke staat Idaho in de Verenigde Staten. Hij had een lieve en relaxte uitstraling en zag er redelijk fit uit. Zijn grijze haar was in een staart gebonden. Hij wenkte mij om achter de balie te komen om zijn elektrische unicycle te bewonderen. Een wiel waar je op balanceert zonder een stuur of iets.
‘Dat ding kan wel 50 km/h per uur gaan!’
Zei hij.
‘Daar kan je dan flink mee op je snufferd gaan!’
Reageerde ik. Hij leek mij namelijk niet de jongste meer voor zo’n gevaarlijk apparaat.
Hij knikte beamend en vertelde trots dat hij helemaal is ingepakt als hij een ritje maakt.
Tot zijn vijftigste kampte Larry met overgewicht en toen besloot hij dingen radicaal te veranderen, zo legde hij me uit. Nu voelde hij zich fit, at hij minder en bovenal was hij af van al dat bewerkt voedsel en dronk hij alleen nog helder water uit een waterput. Ik voelde mij een beetje bezwaard bij zijn verhaal. Ik was het helemaal met hem eens en de laatste maanden heb ik alleen maar bewerkt voedsel kunnen eten, dat kon eigenlijk alleen maar bij al die strenge vorst.
Larry, ook wel Fly Guy Idaho, liet mij een filmpje zien op een kanaal waar hij zichzelf profileert als, gewoon je gemiddelde 60-jarige man die ontdekking en avontuur in de vrije natuur promoot. Met een paramotor vliegt hij over de valleien van Meadows. Schitterend vindt hij het, ook de crashes die hij maakt op zowel zijn unicycle en paramotor lacht hij vermakelijk om. We vonden elkaar wel in die koppigheid, als onwil om het avontuur op te geven terwijl er zat redenen zijn om dat wel te doen, want ja, we waren het met elkaar eens, helemaal zonder risico is er toch ook geen ontdekking.
De landschappen veranderden magisch sinds ik vertrokken was uit Taber in Canada. In Cardston vond ik wonder boven wonder een link om mijn gebroken ketting te repareren. Niet de juiste maat en ik moest een hele ketting kopen maar het werkte en zo kon ik gelukkig verder de grens over.
Ik fietste door het prachtige Glacier Nationaal Park waar ik belandde in een sneeuwstorm.
Ik waagde het mijn tent in een vallei te zetten maar die stond midden in een storm. De genadeloze koude windvlagen knalden tegen mijn tentzeil. Het was spannend en eng tegelijk. Ik kon ook alleen maar slapen met oordopjes diep in mij oren gedrukt.
Vier maanden te vroeg was ik, voor de bekende going-to-the-sun-road. Een bergpas die hoger is dan 2000 meter maar zo smal en ontzettend lastig sneeuwvrij te maken dat deze bergpas vaak pas in juli opengaat. Ze waren net begonnen met sneeuwruimen, vertelde iemand mij bij de East Glacier Trading Post. Ook gaf hij me een waarschuwing:
‘Er zijn al wat grizzly beren gespot, heb je berenspray bij je?’
‘Ik kan mij niet voorstellen met alle sneeuw en kou dat ze al uit hun holletje zijn!’ Antwoordde ik alsof ik er verstand van zou hebben.
‘Dit gebied is een van de meest grizzly beer rijke omgevingen die er is. Ik heb nog wel een busje voor je liggen, wil je die?’
En met deze vrijgevigheid was ik gelukkig voorbereid op een eventuele ontmoeting. Ook moest ik gaan zorgen die ik niet mijn eten in mijn tent liet slingeren, het zou zomaar kunnen dat een beer een kijkje kwam nemen, ze ruiken namelijk eten van kilometers afstand.
De cultuurverschillen tussen Canada en Montana in de vs vond ik minimaal. Wat ik vooral merkte, is dat alles net ietsje uitbundiger is. Ik zag het in de advertenties, de slogans langs de weg, of iets zoals een tien-geboden-park met grote borden met de christelijke geboden erop, ik heb dat nog nooit gezien. Hier in de vs lijkt veel om entertainment te draaien. Voor een kopje koffie, een ijsje of een pinautomaat rij ik gewoon door de drive-in. Cafés hadden vaak wel drie tv schermen, afhankelijk van de hoeveelheid koffie die ik op had keek ik naar een rugby, golf of kookprogramma.
Alles was voor de hand, snel verkrijgbaar en nergens hoefde ik echt moeite voor te doen of lang op te wachten. Een frisdrank kocht ik bij de meeste benzinestations vanuit een tapautomaat en de bekers zijn enorm. Ook een normaal bakje koffie is al snel een halve liter, als ik dan drie bakjes drink op een dag, is dat al anderhalve liter. Al die suiker en cafeïne stond ik natuurlijk heel de dag van te stuiteren en dan heb ik de entertainment natuurlijk weer nodig als uitlaatklep.
De paasdienst was een grote verrassing. Ik was in Kalispell om Pasen te vieren samen met familie uit Taber, die een huisje daar hebben. Ze nodigden mij uit om mee te gaan naar de Canvas Church. Ik liep daar naar binnen en kreeg dat overweldigende gevoel van dat ik een groot concert binnenliep. Dat was het eigenlijk ook. Het was een spektakel van lichten en een muziekband die liederen speelde met de songteksten groot verlicht afgebeeld op drie grote witte schermen. Daarachter was een baptisten bad waar mensen gedoopt werden, zo kopje onder achterover het water in. De preek die volgde was verweven met stand-up komedie. De pastoor maakte grap na grap en op de grote verlichte schermen werden citaten uit zijn verhaal over discipel Petrus afgebeeld. Hij deed deze dienst drie keer in de ochtend om zoveel mogelijk mensen te bereiken, een dienst om 800u, 930u en 1100u. Ik kreeg een beetje een gevoel dat dit de drive-in-versie van het christelijk geloof was. Al moest ik toegeven, deze gemeente was zeer succesvol in het bereiken van jongeren.
In Missoula verwisselde ik wat onderdelen, zoals de winterbanden die ik niet meer nodig had. In de temperatuur was ik ook minder geïnteresseerd en die verwisselde ik voor een kilometerteller. Ik nam afscheid van mijn zadelhoes, winterlaarsjes en een sneeuwschep. Bij een postkantoor stuurde ik mijn winterslaapzak, expeditie donsjas en een extreem winter balaclava naar huis.
De magische veranderingen in de landschappen bleven maar komen. Het was geweldig om door diepe smalle valleien te fietsen met steile rotsformaties gevormd door de sterke rivierstromen. Ik volgde de Lolo-pas van Montana naar Idaho. De omgeving begon zich eindelijk te vormen zonder de uitgestrekte witheid van sneeuw. Eindelijk na vier maanden was dat een fijne uitkomst. De wildernis die verandert van bossen in prairieachtige heuvels en dan weer terug in bossen. Het zag er mystiek uit. De rotsen waren waanzinnig groot en vanuit elke hoek stroomde het smeltwater naar beneden. Die lente waar ik zo naar verlangde kon ik nu eindelijk getuige van zijn.
Uit mijn dagboek op 17 april, op de Lolo-pas in Idaho
De avonden met een lekker warm kampvuur zijn vaak de beste. Vanavond heb ik de energie om hout te verzamelen langs de rivier. Ik doe dat met de muziek van Moby op. Ik heb even weinig gedachten en voel mij ontzettend fijn. Het overkomt mij even. Heb ik er daar eigenlijk invloed op? Komt het door mijn keuzes die ik vandaag gemaakt heb? Ik weet het niet en het maakt ook niet uit.
Ik geniet er gewoon maar van als ik mij op deze manier heel goed voel, vaak ben ik aan het strijden en dan moet ik het ook omarmen. Ik wil gaan lezen bij het vuur maar kom niet verder dan staren in de vlammen. Er komen zelfs tranen vrij als ik denk aan de zware maanden die achter mij zijn. Wat was die kou eigenlijk bizar en wat geniet ik nu het voorbij is.
Ik ben zo dankbaar voor al die mensen die er voor mij zijn geweest, die mij in huis hebben genomen en eten en drinken hebben gegeven. Hoe kan ik iets terug doen? Of moet ik deze vraag niet aan mijzelf stellen, gewoon de ervaring er te laten zijn om te kunnen genieten van de mooie herinneringen die ze mij nu geven.
Deze schitterende omgeving geeft iets wat minder schitterend is, een hele boel doorns die overal rondslingeren. Op een ochtend stond ik bij een tankstation in Cambridge weer eens een lekke band te plakken.
‘Is dat je ochtendkoffie?’
Vroeg ik een beetje verbaasd, zonder dat echt te laten merken.
Rechts van mij stond een man met een thermoskop van zo’n liter. Het leek op een groot glas bier met een enorme hendel eraan, alleen dan met een deksel erop.
‘Ja, dat is 32 ounces!’
Zei hij trots terug en daarna keek hij tevreden naar de grote oranje kop in zijn linker hand.
‘Geniet ervan!’ Wenste ik hem.
Hij knikte een keer met zijn hoofd alsof hij voor dat genieten mij niet nodig had en keek vervolgens diep filosofisch voor zich uit. Ik pompte verder om de zoveelste geplakte band weer hard te krijgen en haalde de zoveelste doorn uit de buitenband terwijl ik een slok nam van mijn mega bak koffie.
Toen ik die avond half slapend kijkend naar de serie “The Last of Us” opeens twee grote koplampen op mijn tent gericht zag staan, schrok ik een beetje. Een zware stem riep vanuit het licht:
‘Is alles ok daar?’
Ik vroeg mij af hoe hij mij had gevonden hier verstopt achter een aantal bomen. Gelukkig kwam hij niet dichterbij. Het was inmiddels bijna drie weken dat ik achter elkaar in een tent sliep. Ik begon het te merken in hoe ik omging met mijn alleen zijn door dingen weer als van ouds lekker groot te maken in mijn hoofd. Het was tijd voor een dag rust.
In de ochtend werd ik wakker en staarde ik naar het groene gras, de lente was eindelijk gearriveerd. Dit uitzicht is weer eens iets anders is dan de wit besneeuwde grond waar ik vier maanden lang naar gestaard heb. Als ik iets lang genoeg aan het doen ben wordt het normaal maar als dat normaal dan verandert wordt de hele beleving een stukje anders, in dit geval een stukje beter. Ik kon nu meer genieten in plaats van alleen maar te focussen op overleven. Ik zat daar in de ochtend in kleermakerszit in mijn tent en sloeg het boek Infinite Jest open. Met mijn bladwijzer als herinnering aan dat overleven. Een kartonnetje geknipt uit een MRE (een militaire maaltijd verpakking) waar opstaat dat hoge inspanning samengaat met goed eten. Als ik niet genoeg eet dan krijg ik last van een gebrek aan kracht, afnemende inspanning, gebrek aan motivatie en afnemende alertheid. Buiten begon het te druppelen. Het maakte mij weinig uit nu ik eindelijk de kou niet meer hoefde te trotseren.
Ik was moe toen ik aankwam in Baker City in Oregon. Het non-stop fietsen zonder een dag rust begon zijn tol te eisen. Ook zat ik met het einde van mijn visum in mijn maag. 7 juni moet ik het land uitzijn. Dat lijkt ver weg maar als ik ook nog de scenische omgeving wil volgen, lukt dat wel, ga ik dat wel halen? Het zijn de dingen waar ik mij nog iets drukker over kan maken als ik moe ben van de routine van het fietsen en kamperen voor inmiddels 20 dagen achter elkaar.
Het liefst wil ik mijzelf niet blijven bewijzen dat ik in staat ben iets te bereiken. De wintertijd heb ik mijzelf kunnen bewijzen en nu was het de tijd om te verzachten. Het is en blijft de paradoxale wereld van het fietsreizen of moet ik zeggen, van het keuzes maken als er zoveel opties zijn maar er een belangrijke deadline is. Ik kan niet elke route nemen en ook niet alles zien. Ik heb niet onbeperkt tijd om alles te kunnen zien maar hopelijk genoeg tijd om een mooie scenische route te fietsen door de vs naar Mexico.
Het is lente, de zon staat aan de hemel, ik ben in Oregon en niet ver verwijderd van de grote rode bomen en de indrukwekkende en niet onbelangrijke heerlijk warme westkust van de vs. Gaat het lukken om op tijd in Mexico aan te komen en ook nog eens een prachtige scenische route te fietsen zonder mijzelf te moeten overhaasten?
De tijd zal het leren.