Het griezelige beestje

Het griezelige beestje

Het is donker. Ik lig doodstil in mijn tent. Al zeker vijf minuten hoor ik iets rond mijn tent snuffelen. Deze keer is het geen wilde hond. Nee, het moet iets kleiners zijn, misschien een flinke spin. Met mijn hoofdlamp probeer ik iets van het beestje op te vangen. Opeens hoor ik luid gekras. Ik schrik me een ongeluk. Ik zie iets over mijn binnentent tippelen. Als ik door het gaas kijk zie ik gele pootjes, niet één, niet twee, een hele rij. Ik krijg er rillingen van. Het loopt daar, zo dichtbij, het lijkt zo groot als de lengte van mijn hand. Ik weet direct wat het is. Een duizendpoot, een van de gevaarlijke beestjes hier in de tropen. Dit exemplaar wil ik echt niet binnen hebben.

Mijn tijd in Bangkok was geweldig. Van veel reizigers hoorde ik dat de stad een beetje een overweldigende indruk kan achterlaten. Het is er druk, en er is veel gaande. Bangkok verraste mij op een goede manier. In veel steden is alles erg duur, hier scheelden de prijzen niet veel met de lokale dorpjes.

Het was een gezellige week met veel ontmoetingen. Ik ontmoette Gaja, een meisje uit Slovenië. Ik had haar in Luang Prabang in Laos eerder gezien. Tom en Sophie, uit België, die ik samen met Lisa in Yangshou in China ontmoet had. Ze namen me mee naar een skybar hoog in het centrum van Bangkok. Tukby en Jun, Thaise mensen, van het winkeltje waar ik mijn simkaart had gekocht in Udon Thani. Ze kwamen naar Bangkok voor een vergadering van Samsung. We gingen samen naar de grote tempel en het paleis van de koning. En Aniek, een bekende uit Nederland, die hier haar Zuidoost-Azië backpack reisje begon. Al met al was het echt leuk, ik verveelde me geen moment.

Grand palace in Bangkok, Thailand

Buddhist temple in Bangkok

Soldiers at the grand palace in Bangkok

Bangkok is naar mijn mening een fijne stad en daarbij ook een centraal punt waar reizigers hun reis beginnen of eindigen in Zuidoost-Azië. Het leeft. In de hoofdstraat, genaamd Khaosan Road, is alles gericht op toerisme. Van Amerikaanse hamburgers tot gefrituurde schorpioenen, die ik -by the way- in de lokale dorpjes nog niet ben tegengekomen. Loop je twee straten verder is er bijna geen toerist meer te bekennen. Leuke marktjes, Thaise massages, gewoon allemaal op straat. En de tuctuc chauffeurs die je voor het driedubbele van het taxitarief naar plekken willen brengen waar je waarschijnlijk helemaal niet wilt komen.

Naast alle reizigers die ik ontmoette in Bangkok had ik ook een speciale ontmoeting. Misschien herinner je Bram nog, uit Udon Thani. Hij hoste mij voor een aantal dagen. Bram liet de Nederlandse ambassade in Bangkok weten van mijn fietsreis. Ze reageerden zo enthousiast, dat ik een bezoekje mocht brengen als gast met een ontmoeting met de Nederlandse ambassadeur Karel Hartogh. Dat was nog eens een leuke afwisseling!

As a guest at the Dutch Embassy in Thailand

Na acht dagen in Bangkok werd het tijd om weer verder te gaan. Ik nam afscheid van de host in het gasthuis. De meneer die zo relax was dat ik iedere dag even langskwam om te zeggen dat ik waarschijnlijk nog een nacht extra bleef. Het scheen hem niet al te veel te boeien als ik maar betaalde. Ik had het gasthuis ergens gevonden in een wijk. Mijn eigen kamertje met een ventilator voor 3,95 euro per nacht. Dat was inclusief kakkerlakken.

En zo vertrok ik weer verder naar Singapore. Met gemengde gevoelens want het kwam nu wel heel dichtbij. De eerste dag kwam ik terecht in Amphawa. Ik probeerde laat in de avond een goedkope accommodatie te vinden.

Helaas, geen geluk.

Vermoeid reed ik rond, zelfs de homestays waren veel te duur. Dan maar op zoek naar een Thaise tempel. In de eerste tempel die ik tegenkwam was geen monnik te bekennen. Een tweede bezoek aan een andere bracht me bij een aantal hele gastvrije monniken. Ik mocht mijn tent naast hun tent neerzetten. Direct kreeg ik flesjes water en eten aangeboden.

As a guest at monks in a temple in Thailand

De volgende dag kwam ik terecht in een van de weilanden aan de kust. Het was nog niet direct die mooie kust met witte stranden en een blauwe zee. Nee, hier waren de boeren aan het werk. Ze reden rond in kleine wagentjes om velden met zand plat te rijden en vervolgens vol te laten lopen met water. Die nacht aan de rand van een weiland, verstopt in de bosjes en dicht bij het water, werd ik geterroriseerd door die duizendpoot.

Nu lig ik daar, doodstil, met deze griezelige bezoeker. Gelukkig krijgt hij de rits van mijn niet open en verdwijnt niet lang daarna. Ik val dan ook niet veel later in slaap. De volgende morgen rij ik weer verder na voorzichtig even mijn tassen gecheckt te hebben. Gelukkig was hij nergens meer te bekennen.

In de middag kom ik aan bij een restaurantje.

Market lady giving me a omelet out of generosity

Er zijn altijd vrolijke vrouwtjes die mij van een heerlijk Thais gerecht willen voorzien. Of een soepje met noodles, of rijst met wat vlees en groenten, of een banaan in een gefrituurd jasje. IJskoffie! IJskoffie overal! Thailand is een koffieland. Ik kom aan bij een restaurantje en wijs wat aan op het menubord, geschreven in het Thais. “You handsome, what you name?” Vraagt een van de dames. Ik weet inmiddels dat ze uit het noorden van Thailand komen. Ze werken hier in het hoogseizoen. Ik vertel ze hoe ik heet. “She like you, she want to go with you. You have place on bicycle?” Ze wijst naar een verlegen dametje achter een grote wokpan. Ze liggen allemaal helemaal dubbel van het lachen. Ik wijs naar mijn bagagedrager.

“Ok come, let’s go!”