Voor wie mijn fietsreis van Rotterdam naar Singapore gevolgd heeft, weet dat Iran een van de meest fijne landen was om doorheen te fietsen. Twee jaar geleden stond ik aan de grens met Armenië niet wetend dat de aankomende weken in Iran een emotionele rollercoaster zouden worden. Mijn fiets piepte en kraakte van alle kanten. Gelukkig kwam ik in Tabriz in contact met Saeed, hij bleek de meest vakkundige en toegewijde fietsenmaker te zijn die ik ooit in mijn leven ontmoet had. Binnen twee dagen was mijn fiets volledig Singapore proof.
Op weg naar Teheran werd ik door een nepagent bestolen van $200,-. In Teheran werd ik gehost door Deliyar gedurende een (!) maand. Deliyar deed werkelijk alles voor mij. In Sabzevar werd ik bestolen van mijn smartphone en door iemand – die direct na onze ontmoeting zijn internetwinkel op slot draaide – een dag rond gereden om de dief op te sporen.
De finale was toen ik in een ongeluk belandde op weg naar Ashgabat vlakbij de grens met Turkmenistan. Ik hing aan een auto van een aantal jonge mensen die mij een berg op hielpen. Ik had kleerscheuren, een kapot achterwiel en een grote wond op mijn arm. Ze waren zo erg in shock, brachten mij naar een dokter, gaven mij nieuwe kleding, een herstelt achterwiel en eten en drinken.
Het was allemaal zo fascinerend, nooit hadden zoveel mensen zoveel voor mij gedaan.
Veel mensen hadden een grote indruk op mij gemaakt. Ik wilde hen weer ontmoeten. Samen met Lisa ging ik op bezoek bij Negar, die ik in New Delhi had bezocht voor haar bruiloft met Shivam. En ik wilde graag Deliyar en haar familie weer ontmoeten.
En zo kwam het dat ik samen met Lisa terug ging naar het land waarvan je in de media vooral angstige verhalen hoort maar de realiteit heel anders is.
Een week om te ontmoeten, de cultuur te herleven en samen met Lisa een leuke tijd te hebben.
Herinner je deze foto van twee jaar geleden nog?
We gingen op bezoek bij de oma van Deliyar, die in tranen uitbarstte toen ze Lisa en mij door de deur zag komen lopen.
En ja, dan ziet het er twee jaar later zo uit. Een reünie.
Ons bezoek was zes dagen. Zes dagen voor een stad kan te lang zijn en zes dagen naar het platteland is waarschijnlijk te kort. We moesten kiezen tussen de drukke stad en het platteland.
Plannen blijft lastig als mensen er alles aan doen om je verblijf zo leuk mogelijk te maken. Een vriend van Negar, Elham, nam ons mee naar een dorpje in de bergen. We leerden Perzisch te schrijven van haar vriend Mahdi en kregen een optreden met een Santur.
Toen we weer terug kwamen in Tehran werden we geconfronteerd met de gekte op het grote plein in de bazaar waar er nog old school in goud belegd wordt.
We maakten een wandeling over de natuurbrug in het centrum.
De ouders van Deliyar nodigden ons uit voor een heerlijke Perziche lunch.
En om Deliyar’s vriendin Mahana niet te vergeten. Ze woont in de Damavand vallei en we mochten hier een dag doorbrengen.
Deliyar nam ons ook nog mee naar een van de hoogste torens in het Midden-Oosten, de Milad toren.
En we eindigden de week samen met Negar en haar vriendin en vriend, met een heerlijk traditionele Perzisch maaltijd Dizi.
Dit was misschien wel de meest verassende vakantie die we ooit gehad hebben. Het was Ramadan, we mochten op straat niet eten en drinken. Lisa moest een hoofddoek op waar ze even aan moest wennen. Om in het openbaar niet te mogen eten en drinken is voor ons westerlingen natuurlijk wat bizar. Er waren overdag gelukkig koffietentjes en restaurants open waar je achter een houten muurtje gewoon stiekem kon snoepen.
Voor toeristen valt het allemaal mee, vooral in de stad. Al is er een streng Islamitische overheid zijn de mensen en zeker jongeren minstens zo modern.
Er zijn geen uitgaansgelegenheden, uitgaan doe je door in je auto te stappen en met muziek rond te gaan rijden. Je nieuwe vriendin ontmoet je door je telefoonnummer bij het stoplicht door het raampje door te geven. Lekker picknicken in het park en badminton spelen, of je wagen aan de vele fitnessapparaten in het park. Het is helemaal zo anders dan hoe wij onze tijd doorbrengen in Nederland. Misschien is dit wel de reden dat Iran een hele sociale cultuur heeft.
En dat maakt het voor mij zo geweldig om er te zijn.