Ik fiets net uit de stad Kastamonu. Een stad ongeveer 100 kilometer landinwaarts van de kust aan de Zwarte Zee. Luid gegalm klinkt er uit de moskeeën langs de weg: “Allahu akbar!” Ik ben er inmiddels aan gewend, word ermee wakker en ga ermee slapen.
Het geeft me tenminste echt het gevoel een eindje van huis te zijn.
In eerste instantie had ik geen plannen om landinwaarts te gaan. Een Turkse man had mijn fiets en al in zijn busje geladen en nam me mee voor een lunch. Vervolgens reden we 15 kilometer landinwaarts ergens een stadje in. Hij gaf me een kaart van Turkije en adviseerde mij een binnenweg naar Samsun te nemen. De weg pal langs de kust zou onbegaanbaar zijn op mijn fietsje. “But isn’t it beautiful there?” probeerde ik nog. “No beautiful,” zei hij terwijl zijn wijsvinger dreigend nee schudde.
Met nog vers in mijn gedachten wat er een paar dagen geleden gebeurd was, leek het mij toch slim om zijn advies op te volgen.
De dag dat ik Kastamonu in fietste was de zwaarste dag uit de hele reis tot nu toe. Ik werd wakker op 1000 meter hoogte onder een laag sneeuw en vervolgens heeft het heel de dag gesneeuwd, gehageld en geregend met een sterke tegenwind. Alle frustraties gingen door mijn hoofd. “Waar ben ik toch aan begonnen? Hier komt nooit geen eind aan. Waarom moet ik deze egoïstische reisambitie waarmaken? Alleen in de kou, in de regen. Waar doe ik het voor?” Het zijn momenten waar ik even geen energie heb om positief te denken.
Ik probeer vooral geen belangrijke beslissingen te nemen tijdens deze momenten, anders zat ik waarschijnlijk alweer thuis. Wat mijn vriendin Lisa niet al te erg zou vinden.
Uiteindelijk aangekomen in Kastamonu had ik geen energie meer om nog de stad uit te fietsen op zoek naar een kampeerplekje. Ik ging op zoek naar een goedkope kamer. Ergens midden in een wijk kwam ik iets tegen wat in geen mogelijkheid duur kon zijn. Ik stapte naar binnen. De man achter de balie was vriendelijk. Hij sprak geen Engels maar dat was geen probleem. Hij nam me mee de straat uit naar een winkel twee straten verderop. Mijn fiets ın goed vertrouwen achterlatend langs de kant van de weg. In de winkel werd netjes vertaald dat een kamer 30 Turkse Lira kost (ongeveer 10 euro) maar ik had dan wel een gedeelde douche en toilet. Het kon mij niks schelen, ik wilde maar één ding en dat was slapen.
En toen op een regenachtige dag ontpopte zich een reeks aan meest waanzinnige gebeurtenissen in mijn fietsavontuur. De ochtend liet nog niets van zich merken. Nee sterker nog, het zag er naar uit een depressieve donkere dag te worden. Het begon met bewolking en al snel regende het, niet veel later moest ik ook nog eens ongelooflijk nodig naar het toilet.
Ik zag uitkomst in een bouwterrein met wegwerkers en een grote kantine. Op naar de ingang van een grote omheining. Mijn fiets bleef achter bij de ingang en ik werd door één van de beveiligers naar de wc gebracht. Oeps, geen wc-papier. Ik vroeg het aan de beveiliger die met een prachtig handgebaar duidelijk maakte dat Turken geen wc-papier gebruiken. Nee, dat gebeurt gewoon met een bakje water. Nou daar ging ik dan, de rest is geschiedenis.
Deze geschiedenis nam flink wat tijd in beslag. De beveiliger was weg toen ik eindelijk de klus geklaard had. Ik liep naar buiten en er kwam direct iemand op me af lopen. Hij maakte een eetgebaar. Niet veel later zat ik in de kantine uitgebreid te lunchen. Voor me een documentaire over enorme wurgslangen en naast mij 20 Turken die mij allemaal aan zaten te staren en blijkbaar meer interesse hadden in een onverzorgd uitziende blanke jongen dan in die bizarre slangen. Soms hoorde ik het woordje ‘Hollanda’ en ‘bızıklet’ vallen. Ik had het één van hen verteld en nu waren ze allemaal druk aan het discussiëren over mij. Ik at rustig mijn bordje leeg.
Later die dag fietste ik het stadje Bafra binnen. Even internetten in een internet cafe met wel 15 grote beeldschermen met daarvoor loungebanken. Heel het cafe zat vol met Turkse jongeren die FIFA 2015 aan het spelen waren. Een chaos aan Engels commentaar: “And he is taking some risk there, is he going to score!?”
Ik nam plaats aan een tafeltje en er volgende direct een gesprek met de jongen achter de balie. Praten? Nee, Google to the rescue. Het was Hasan die na wat vertaling over koeitjes en kalfjes de magische woorden op zijn beeldscherm tevoorschijn toverde: ‘be my guest tonight.’
En zo ontstond mijn eerste Google Translate vriendschap.