Op zoek naar sneeuw

Op zoek naar sneeuw

De kilometers gaan aan mij voorbij langs de rivier de Saar. Ik volg de grens van Duitsland met België, Luxemburg en Frankrijk om uiteindelijk in de Zwitserse Alpen en later in de Dolomieten uit te komen. Twee concrete doelen staan op mijn lijstje: een foto van het huisje van mijn filosofische held Nietzsche in Sils Maria en het kleine kuststadje Koper in Slovenië. Koper wil ik bereiken voor de Kerst. Ik zie het als een training in de bergen met kamperen in de sneeuw. En hoe graag ben ik in de sneeuw!

Het is bijna winter en vriestemperaturen naderen, toch wil ik gemiddeld boven de 100 kilometers per dag fietsen. Het is de vijfde dag en ik heb er al ruim 450 kilometer opzitten. In de heuvels en veel langs rivieren. Het is een mistige dag, mijn tenen voelen koud aan en het vochtige briesje slaat zo nu en dan op mijn borst. Ik hou snelheden aan van tussen de 20 en 25 kilometer per uur. Met elk wat steiler stukje voel ik mijn spieren verkrampen. Het is tijd voor een pauze! Ik staar al uren naar de Saar met haar in mist opgezogen wallen en achterliggende heuvels.

‘Brot & Sinne, backt reines brot!’ staat er in sierlijke gouden letters op het raam van een kleine bakkerij in Saarbrücken. Ik gluur voorzichtig naar binnen en zie belegde broodjes met zalm en croissants volgestopt met room en afgetopt met chocolade. Het water loopt langs mijn droge lippen. Ik zet mijn fiets voorzichtig tegen het raam, in het zicht. Na een mondkapje op te hebben gedaan doe ik de deur open en stap met één voet naar binnen. De dame achter de heerlijk ruikende vers gebakken broodjes merkt mij op en roept: “eine person im Laden!” Er is inderdaad al iemand en ik moet nog even wachten tot er zo’n met room gevulde croissantje naar binnen kan glijden. Ik stap terug en naast de deur staat een groot krijtbord met precies wat de dame zojuist riep in grote dikke letters opgeschreven.

Cycling in rain

In mijn vorige reizen en helemaal met deze kou zou ik even binnen blijven, het broodje opeten en vervolgens opgewarmd op de fiets springen. Met alle lockdowns die gaande zijn is dat niet mogelijk, zelfs niet in de benzinestations. Ik moet altijd terugvallen op mijn spullen, zelfs in de regen en heb daarom een bijltje en een trekzaag meegenomen om als het nodig is met een vuur mijzelf en spullen te kunnen drogen.

Als ik dan eenmaal aan de buurt ben kan ik niet kiezen! Mijn maag rammelt en er is zoveel lekkers. Het broodje zalm dan maar want er staat buiten alweer iemand te wachten.

En daar sta ik, buiten en bibberend voor de bakkerij het net gekochte broodje zalm op te eten. Opeens hoor ik iemand roepen: “Wo kommen sie her!?” Het is de dame waar ik net dat broodje bij heb afgerekend. Ze rookt samen met haar collega een sigaret buiten. En ik schrik, vraagt ze waar ik vandaan kom? Mijn gedachten schieten even alle kanten op, misschien gaat ze mij afraden dat ik hier ben terwijl er een lockdown is. Ik hou mij toch netjes aan de regels en ik slaap zelfs in de bossen ver van iedereen! Ik merk al snel dat deze dame zich helemaal niet drukt maakt over zulk soort zaken. Ze blijkt superlief te zijn! Ze vraagt naar mijn reis en ook al is mijn Duits gebrekkig leg ik haar uit dat ik naar de Alpen aan het fietsen ben. Ze begint mij allemaal vragen te stellen: “Hast du eine thermoskanne?” en “Kann ich deine wasserflasche füllen?” en “Kann ich dir eine kaffee machen, einen Espresso oder Cappucino?”. Ik zoek even welke vraag ik wil beantwoorden en in welke woorden. Ik wil het eigenlijk allemaal!

Fourth camp

Mijn moraal stijgt van 2 naar 9. Flasbacks schieren langs, van de keren dat ik een bevroren waterfles kreeg in de zomerse woestijn in Iran, dat iemand mij een bakje warme thee aan kwam bieden in winters Rusland. Een klein beetje zorg en vrijgevigheid betekent alles in deze situatie en maakt een dag gelijk bijzonder. Ik vergeet de vochtige kou en geniet helemaal van de cappuccino en daarna van een bakje muntthee. Ze heeft mijn thermoskan gevuld en er wel drie zakjes in gestopt!

Ik roep nog even “vielen, vielen, vielen dank!” en wil er nog van alles bij zeggen maar weet niet hoe. Met een grote glimlach op mijn gezicht spring ik op de fiets en vervolg de Saar om zo de grens met Frankrijk over te steken. Ik heb een dagje rust gepland in het in de heuvels verstopte dorpje Petit-Réderching.