Vroeg in de morgen werd ik wakker van Vlasios, die op een oude laptop filmpjes aan het kijken was van intense geopolitieke discussies. Ik lag op een kaal matras in mijn slaapzak liner en een opgerolde donsbroek als kussen. Het was stikheet gisterenavond, misschien dacht Vlasios, laat ik die arme jongen maar even goed opwarmen. De motels waren te prijzig voor mijn budget hier in Delta Junction en nu lag ik op een matras in een hoekje van het restaurant Pizza Bella. Toen ik aankwam gisteren maakte Vlasios de dikst belegde pizza die ik ooit op had en toen hij hoorde dat ik buiten wilde slapen, zei hij, ‘je lijkt me een prima gast, jij slaapt hier gewoon in mijn restaurant vannacht!’ Het ging allemaal heel grappig maar was voor mij uiteraard een heel geruststellend gebaar.
Op een of andere manier belandde ik die avond ook nog eens met $50,- aan kleingeld die mysterieus in een soort plastic spaarpot bij mijn voorwiel stond. Was het van Vlasios? Of was het iemand die mij gezien had onderweg en nu hier mijn fiets zag staan? Het was alsof de vrijgevige spirit van Jimmy mij achtervolgde. Wie de gulle gever is, daar zou ik nooit achter komen.
3 januari 2023 was een dag die ik nooit meer zou vergeten. Het was een heerlijk heldere dag en dat maakte dat ook de wit besneeuwde bomen en bossen ver zichtbaar waren, vooral op de slingerende wegen hoger op de heuvels zag ik hoe mooi de winter hier is. Wat dromerig aanwezig, niet altijd even scherp rondkijkend vanaf mijn fiets werd ik opeens verrast door een, wat was het eigenlijk? Een vos, een wolf? Het bleek een coyote te zijn die een beetje verstrooid langs de weg zat. Het was de eerste keer dat dit mij overkwam en bracht mij gelijk een gevoel van euforie.
Aan het einde van de middag begon het te schemeren. De maan kwam zichtbaar op, net boven de uitgestrekte bossen links van mij. Het werd een prachtige avond die ik voor geen goud wilde missen. Ik besloot dan ook te blijven fietsen. De temperatuur daalde wel onder de -20°C maar dat mocht het fijne gevoel door de helderheid van de nacht niet drukken. Stiekem hoopte ik wel dat het eens zou gebeuren maar ik wilde mij er niet aan hechten want ik heb er gewoonweg geen controle over. Het voelde als een zegen toen mij overkwam waar ik zoveel op had gehoopt en wat op deze manier nog nooit eerder was voorgekomen in mijn fietsleven. In de loop van de avond begonnen er groene schitteringen zichtbaar te worden schuin achter mij. Het noorderlicht! Ik stopte even om de bewegingen waar te nemen en om er wat foto’s van te maken. Het was een ontzettend mooi moment en ik voelde mij overstromen van dankbaarheid dat waar ik zo naar uitgekeken had werkelijkheid werd.
Deze heldere avond mocht ik uren lang fietsen onder het toeziend oog van de lange groene draak die al bewegend deze koude avond, een voor mij nooit te vergeten avond maakte.
Ik was moe, later op de avond en vond mijn slaapplek op een van de recreatiepunten die worden gebruikt door jagers om met sneeuwscooters de bossen in te trekken. Als ik moe ben dan voel ik mij vaak ook wat angstig. Ik ben dan alerter en schrik eerder, want ja, ik ben toch alleen in een donker bos met honderden kilometer van afgelegen natuur om mij heen. Ik draaide mij om bij het opzetten van mijn tent en schrok mij een ongeluk van een zelf gecreëerde schaduw die even op iets bewegend leek. Ook liep ik deze avond tegen mijn tassen aan die op de grond lagen en schrok ik weer heftig omdat ik in een flits dacht dat ik tegen een beer aanliep. Ik had maar beter niet die podcast van What was that like over iemand die een gevecht met een beer overleefde, moeten luisteren.
De dagen erna fietste ik langs Tok en het regelmatig aangeraden en lokaal beroemde Fast Eddy’s restaurant, waar ik nog een nachtje in een motel sliep om mijn spullen te drogen. Ook had ik problemen met mijn pompjes van mijn MSR brander, wat voor mij een van mijn belangrijkste kampeer items is. Ik moest ze even goed drogen en onderhoud geven.
Na Tok, niet ver van de grens met Canada, stond ik even van het uitzicht te genieten met een bakje thee en ook lekker te knabbelen aan een stuk bevroren suikerbrood.
Er stopte opeens een grote zwarte jeep naast mij, ‘jij bent ziek!’ Riep een jongen van mijn leeftijd vanuit de bijrijders stoel.
Ik draaide mij om, ‘Ben ik ziek?’ Zei ik terug terwijl de jongen zijn hoofd schudde, ‘nee, nee, ik bedoel je bent gek! Gek, dat je hier in de winter aan het fietsen bent!’
Ik glimlachte en riep enthousiast terug, ‘ik mag dan wel gek zijn maar moet je eens om je heen kijken, dit is toch prachtig!’
‘Ik ben Kat,’ riep de dame achter het stuur terwijl ze mij wat mint chocolaatjes aanbood, ‘wij komen uit Whitehorse, als je daar langskomt ben je welkom, voor een douche, eten, slapen, voor alles wat je nodig hebt!’
Ze schreven hun adres op een bonnetje van de Lowe’s uit Fairbanks en dat stopte ik diep in mijn frame tasje want, wie weet.
Inmiddels was ik meer gewend aan de routine van het fietsen in deze koude omstandigheden. De ochtenden zijn het zwaarst, als ik dan zo lekker in mijn warme cocon lig, is het moeilijk om de motivatie te vinden om zo geconfronteerd te worden met de kou. Toch rits ik dan mijn slaapzak open na mezelf een motiverende peptalk te geven. Ik trek mijn donsjas aan en begin sneeuw te smelten met mijn brander. Vervolgens maak ik een ontbijt van voornamelijk havermout, rozijnen en pruimen. Als het in mijn rantsoen zit, verwarm ik een soepje en die doe ik dan in een thermos food jar en eet ik dan onderweg als lunch. Ik heb een klein snacktasje aan mijn stuur hangen die ik vul met energierepen, chocolade en gedroogd fruit om onderweg tijdens het fietsen op te eten, zo doe ik mijn best de 5000 calorieën die ik verbrand per dag weer aan te vullen.
Aan het eind van de dag zoek ik een plek om mijn tent op te zetten en schep ik een gebiedje sneeuwvrij. Gelukkig is er nog niet zo veel sneeuw gevallen deze winter en is dat goed te doen. Als mijn kamp gesetteld is, begin ik sneeuw te smelten en gebruik ik het gekookte water voor avondeten, soms een gevriesdroogd pakketje en op andere momenten chilibonen, maïs en tortilla’s.
Dan maak ik voor het slapen gaan nog een warme chocolademelk en eet ik wat noten en gedroogd fruit voordat ik weer in mijn slaapzak kruip. Als ik tevreden ben met de inspanning van de dag en er zit wat lekkers in mijn tasjes, dan verwen ik mezelf met een extra snack als nagerecht, bijvoorbeeld een bevroren cupcake.
De grensovergang naar Canada verliep soepel en ik werd erop attent gemaakt dat bij het opnieuw binnenkomen van de Verenigde Staten ik een volledige zes maanden tot mijn beschikking zou krijgen voordat ik het land weer moest verlaten. Ik dacht eerder dat mijn B2 dubbel entree visum doorliep in de tijd dat ik in Canada zou zijn. Dat haalde een hele hoop stress weg om niet zo snel mogelijk weer de Verenigde Staten in te moeten fietsen. Een dame van de douane waarschuwde mij nog voor een beer die actief en agressief zou zijn in de buurt van Whitehorse. Het gebeurt weleens dat een beer onvoldoende voedsel heeft kunnen vinden om in winterslaap te gaan en dan kunnen ze vroeg in de winter nog weleens wanhopig op zoek zijn naar eten. In Coldfoot waar ik mijn reis begonnen was had er zelfs een beer een van de slaapcabines opengebroken op zoek naar voedsel. Beren die zo wanhopig rondneuzen en een gevaar zijn voor mensen worden vaak snel afgeschoten, wat ik begrijp maar toch wel wat sneu vind.
Het laatste stuk naar Whitehorse ging door het prachtige Kluane National Park. De gletsjers waren heel mooi zichtbaar rechts van mij en dat leverde vaak hele fijne uitzichten op. Bij Haines Junction was ik behoorlijk door mijn voedselvoorraad heen omdat er onderweg niet heel veel open is. Vaak duurt het tussen de 100 à 200 kilometer voordat er een plekje is, vaak een benzinestation met een erg prijzig mini supermarktje met vooral blikken bonen, Hersey repen en wat gedroogd vlees.
In de wijk Riverdale moest het zijn, ik was eindelijk aangekomen in Whitehorse. Moe en met weinig eten meer over. Bij de Teslin Road het hoekje om en dan zou ik er moeten zijn. Een schattig groen huisje gaf het nummer wat stond op het briefje, vol spanning zette ik mijn fiets neer en liep naar de voordeur van het huisje. Ik klopte aan en een dame opende de deur en keek mij wat verrast aan. Dat moest Kat toch zijn, of was dat Kat wel?
‘Herken je mij?’ Vroeg ik hopend op een positief antwoord.
De dame in de deur schudde haar hoofd, ‘zou ik jou moeten kennen?’, antwoordde ze met een vragende blik.
Verrekt, dacht ik, wat nu?
Ik wil iedereen bedanken die mij gesteund heeft met een aanmoedigend berichtje of een donatie. Ik reis zelfvoorzienend van een spaarbudget en soms is dat wel spannend. Deze blog is en blijft volledig vrij van reclame en sponsoring want ik reis en schrijf graag onafhankelijk.
Super fijn dat deze support er is, daar voel ik mij door verbonden en aangemoedigd om de belevenissen te blijven delen en daarvoor heel erg bedankt!