In de Dolomieten

In de Dolomieten

Het is een prachtige heldere dag en vanmorgen kampeerde ik langs de rivier Torrente Biois. Torrente Biois, de naam die net zo charmant is als de plek waar ik mijn tent had opgezet. Na het koken van een risotto las ik een stuk uit het boek Family Happiness en terwijl ik nog aan het lezen was viel ik in een heerlijk diepe slaap met het geluid van vallend water op de achtergrond.

Ik fiets een klein dorpje binnen met ook een charmante naam die ik me niet zou herinneren omdat het zo lang is, Cencenighe Agordino. Het meeste wat in het Italiaans is vind ik charmant. De taal, de accenten en vooral de passie voor het fietsen is leuk om te ervaren. Het komt nog weleens voor dat iemand zijn telefoon tevoorschijn haalt en me vanuit zijn auto begint te filmen terwijl zijn duim omhoog gaat. Meestal zit er dan ook iemand naast die dan geïrriteerd meekijkt omdat het allemaal gebeurt op een bergweg met vaak sneeuw en ijs erop.

Mendelpass

Links van de weg zie ik een kleine bakkerij en ik sluit mij buiten aan in de rij. Als ik na een paar minuten naar binnen mag staat er een vrouw van middelbare leeftijd voor de kassier en een jongere dame zorgt voor het inpakken van alle verschillende soorten broden en lekkernijen. Ik heb vanmorgen niet ontbeten omdat het gisteren zondag was en alle winkels gesloten waren. Ik had geen eten meer en vanmorgen ben ik wakker geworden met een mueslireep. Ik vraag of een van hen parlare inglese, maar beiden knikken van niet. Dus ik pak mijn telefoon en vertaal dat ik een brood zou willen dat lang vers blijft, want dan neem ik er een paar mee de bergpas op. Opeens vallen mijn ogen op wat lijkt een gigantische koek met allemaal gedroogd fruit erin. Ik wijs ernaar en vraag of ik er ook zo een mag maar de grote koek blijkt acht euros te zijn! Ik bedenk me dat ik het echt nodig heb voor de klim, dus ik zoek al mijn losgeld bij elkaar, wat niet genoeg is maar ze maken een lief gebaar dat het oké is en dat ik het kan meenemen voor het geld dat ik bij elkaar heb gekregen. Ik glimlach dankbaar en vertel ze enthousiast met fietsgebaren dat dit mij zeker gaat helpen om de Passo Falzarego op te komen. Op dat moment kijken ze allebei erg verrast en de jongere dame zegt met wat gebaren: “Chiuso Falzarego chiuso!” Ze laat me een foto zien om dat te bewijzen en ik kijk naar een wegversperring van de laatste dagen waarop staat dat de pas is gesloten vanwege de zware sneeuwval.

Shit, denk ik bij mezelf. De man die sneeuw aan het ruimen was en waaraan ik het tien minuten geleden had gevraagd, zei dat de pas open is! Wie moet ik nu geloven? Ik kan geen 30 kilometer omhoog gaan en dan bij een wegversperring weer omkeren. Ik bedank ze voor de broodjes en de koek en ook het nieuws dat me helemaal in de war heeft gebracht of de Falzaregopas nou wel of niet open is.

Dolomites

Dus besluit ik aan te bellen bij de lokale caribinieri, de Italiaanse politie. Een man doet de deur voor mij open en roept iets in het Italiaans. Er gaat een automatisch hek open en ik loop naar hem toe en hij staart naar me alsof ik echt even moet laten zien dat het allemaal de moeite waard was voor hem om uit zijn kantoor te komen. Ik vraag hem in mijn beste Italiaans of de Passo Falzarego is aperto o chiuso. Hij wenkt me naar binnen en wijst naar een bank om op te zitten en ik krijg het gevoel dat ik een arrestant ben. Hij begint een telefoontje te plegen aan zijn bureau, met een harde stem praat hij in de telefoon. Het gesprek dat volgt is kort en dan loopt hij naar me toe en vertelt me met een zware stem dat de passo è aperto. Mijn hart maakt een dansje van vreugde, maar ik laat het hem niet zien. Hij begeleidt me naar buiten, ziet mijn fiets en wijst er lachend naar alsof hij denkt, wat, ga je dat op een fiets doen? Hij schudt zijn hoofd en wenst me een good luck toe.

Normaal gesproken zou ik niet onder de indruk zijn van zo’n reactie, maar vandaag ben ik ook een beetje in spanning over wat er gaat komen. Het is koud, de pas is 2100 meter en op dit moment zit ik nog maar op 760. Sneeuw is overal door de zware sneeuwval van afgelopen week. Maar goed, ik heb tenminste de juiste informatie en ik kan doorgaan zonder het risico van de weg te worden gehaald door een andere politieagent.

Cycling through the Dolomites

De weg gaat omhoog en ik denk aan alle passen die ik inmiddels gefietst heb. Het is tot nu toe een geweldige reis geweest en Italië en helemaal de Dolomieten zijn ongelooflijk mooi. In Bolzano, dat tot mijn verbazing een stad is met meer een Oostenrijkse cultuur, kreeg mijn fiets wat reparaties. Een behulpzame fietsenmaker nam een ​​pauze van zijn andere werk en repareerde mijn versnellingen door de kabel naar de derailleur te vervangen. Dit was nodig want na de Passo del Tonale en de Passo Mendola die me in grote slingers naar Bolzano brachten, was de volgende pas de Passo Costalunga en die is 1752 meter en nu zat ik pas op 200! Ik ging de bijna 1600 meter beklimmen en dat zou niet mogelijk zijn geweest zonder goed werkende versnellingen. Ze sprongen allemaal van de een naar de ander en ik kon het niet repareren. Gelukkig kon deze persoon het, anders moest ik waarschijnlijk twee dagen lopen om de top te bereiken.

“Een tijd geleden was er een harde wind, een hele harde wind,” deze woorden kwamen van een vrouw op het Landesreitungssverrein in Welschnoven. Ik vroeg of ik mijn slaapzak binnen kon drogen, want ik wilde dat al mijn spullen droog waren als ik bij zonsondergang de Passo Costalunga zou gaan benaderen. Het was helemaal geen probleem en nu zat ik thee te drinken met de mevrouw. “Die wind kwam zo sterk in de vallei dat er hele bossen omwaaiden,” vervolgde ze. “Niemand wist echt dat het eraan zou komen en plotseling waren er heftige windstoten maar gelukkig raakte niemand gewond, alleen vielen er bomen op huizen.”

De kracht van de natuur, dacht ik, is zo sterk dat we ons er nauwelijks van bewust kunnen zijn. Het is tegelijkertijd eng en bevrijdend, een beetje net als deze reis en als het leven zelf.

Cycling through the Dolomites

Cycling through the Dolomites

Ze ging wat meer rechtop zitten, keek me recht in mijn ogen en zei toen: “Ben je niet bang voor wolven?” Wolven!? Dacht ik. “Zijn er hier wolven?” Vroeg ik haar verrast. “Ja,” zei ze, “als je buiten slaapt, ben je dan niet bang om ze tegen te komen?” Ik dacht helemaal niet aan wolven en beren of andere dieren. Het is zo zeldzaam om ze te zien en als dat zo is, is de kans heel klein dat ze me aanvallen. “Nee, ik ben er niet bang voor.” zei ik en ik meende het.

Die dag, na het jawoord van die masculiene politieagent in Cencenighe Agordino, fiets ik op de weg naar Alleghe. In Alleghe staat een elektrisch verkeersbord waar alle passen zoals Pordoi, Ferdaia en Falzarego op staan maar met een grote rode stip erachter. Het maakt mij niet minder verward maar ik vertrouw dat mijn bezoek aan het politiebureau genoeg is om te weten dat ik door kan gaan. Toch is er een raar gevoel van een twijfelde spanning. De temperatuur daalt tot -6 graden Celsius. Als ik verder fiets kom ik een ander bord tegen met daarop ook een groot rood vlak dat de pas gesloten is. Ik blijf doorgaan met de gedachte dat ze het wellicht te druk hebben met sneeuwruimen om de borden op groen te zetten.

Passo Falzarego

Richting de top zijn de wegen allemaal glad en ijzig. De zon verdwijnt achter me in een zee van bergen. Ze maakt prachtige kleuren op de rotsachtige hoge bergtoppen om mij heen. Ik bereik als het net nog licht is de top van de 2117 meter pas en kleed mij om met droge kleren vanwege het zweet van de klim. Ik daal zo’n 100 meter af maar het is al snel donker en ik besluit een slaapplek op te gaan zoeken langs de weg diep in de sneeuw.

Op zo’n 50 meter van de weg begin ik met mijn schepje in de ruim drie meter sneeuw te graven. Ik ben moe van de klim maar neem nog een energiereep waarvan ik weer helemaal energie krijg. Vandaag ga ik slapen in een voor mij recordlaag van sneeuw en ook al ben ik moe word ik bij deze gedachte helemaal enthousiast om het mooiste sneeuwkasteel ooit te maken.