Formaliteiten

Formaliteiten

Ik draai mezelf op een andere zij in een smal bedje in de treinwagon. De trein schokt zo nu en dan. Mijn fiets staat in een andere cabine, tenminste, dat hoop ik. Mijn tassen heb ik in een hoekje gepropt. Naast me ligt een jongen hard te snurken. Zijn militaire jas met een grote bontkraag hangt te bungelen aan zijn voeteneind. Als ik naar buiten kijk zie ik bomen in prachtige witte velden met daarboven een ijzig deken van sneeuwvlokken. De trein gaat van Segezja richting Kandalaksha in Rusland. Een stadje 250 kilometer onder Moermansk.

Alle tijd om is rustig terug te kijken op de afgelopen dagen. Er is zoveel gebeurd dat ik niet eens weet waar ik moeten beginnen.

Leen, laat ik daar beginnen.

Leen woont in Medvezjegorsk en is geïmmigreerd vanuit Nederland. Die dag dat ik Dima ontmoet had zat ik in de avond met Leen in een restaurantje te eten. We hadden leuke gesprekken over wat ik hier doe en nog interessanter, wat hij hier doet. Over Rusland. Over de winter. Over zijn vrouw. Leen woont hier samen met zijn Russische vrouw en is hier zes jaar geleden naartoe verhuist voor haar. Een heel avontuur. Sinds drie weken heeft hij een zoontje. Het was nogal een uitdaging om zijn achternaam waar het tussenwoordtje van in zit, met een kleine letter in de Russische systemen te krijgen.

Leen rijdt me rond in Medvezjegorsk en vertelt wat over het stadje. Hij werkt vanuit een historisch gebouw dat als hotel gebouwd is voor een bezoekje van Lenin aan een kanaal wat gegraven is in de communistische tijden. Het bezoekje van Lenin was alleen nooit geweest. Het gebouw bleef. Die avond ontmoet ik ook Dima weer in het cultureel centrum van Medvezjegorsk. Hij speelt basgitaar en zijn vriend drumt. En laat ik nou eens dansen! Zo maken we een kleine jamsessie.

Guys made my day

Met pijn in mijn hart neem ik die avond afscheid van Dima, zijn vriend en Leen. Het voelde zo fijn iemand te ontmoeten waar ik eens goed mee kan communiceren. Gesprekken met Russen in het Engels zijn vaak lastig en dan ook de cultuurverschillen meegenomen maakt communiceren soms bijna onmogelijk.

De volgende dag vertrek ik om in twee dagen naar Segezja te fietsen. Over de grote weg, die gelukkig een begaanbare vluchtstrook heeft. Er is weinig verkeer maar dat maakt het niet minder gevaarlijk. Russen hier zijn geen fietsers gewend en helemaal niet in de winter.

Arctic circle Russia 2018

Following the highway to Segezha

Following the highway to Segezha

In Segezja neem ik een dagje rust om mijn spullen te drogen en een treinticket te boeken naar Kandalaksha. Op advies van Dima, en de fietsclub uit Moermansk, waar Dima mij mee in contact heeft gebracht. Er blijft namelijk maar een grote weg naar het noorden gaan. Om deze voor 800 kilometer te volgen is te veel. Dat gaat me breken.

Nu zit ik in de trein met een prachtig uitzicht en mooie achtergrondmuziek. Na een paar uur komt de trein aan in Kandalaksha. Gelukkig staat mijn fiets nog in de cabine een stukje verder. Ik pak mijn tassen en gooi ze door de uitgang van de treincoupé naar buiten. Vervolgens pak ik mijn fiets en loop ook die naar de uitgang.

Ik schrik.

Bij de uitgang zie ik een delegatie politieagenten mij aanstaren. Niet een, niet twee, een groepje van vijf. Wat nu? Ik haal me snel door m’n hoofd wat er kan gebeuren. Het lijkt een beetje op China. “We are immigration police, please come, we have some questions for you.” Dat zegt een van de agenten in gebrekkig Engels. Vragen? Mijn hart bonkt in mijn keel en ik weet eigenlijk niet waarom. Ik volg de agenten naar een kamertje. Ze zijn vriendelijk maar formeel. Ze beginnen mij vragen te stellen. “What you do here? Where are you going? Where do you sleep? Are you going to Murmansk? Do you have ticket?” Op een gegeven moment vraag ik of er problemen zijn. De agent antwoord mij nog steeds in wat gebrekkig Engels: “You don’t worry sir, formalities.” Ik besluit rustig te blijven en mee te werken. Na wat kopietjes van mijn paspoort, visum en immigratiekaart (een heel belangrijk stukje papier met wat namen en nummers erop) mag ik gelukkig gaan.

Ik ben moe en als ik moe ben geven dit soort geintjes mij stress. Niet dat de agenten iets vervelends doen, maar de formele houding en manier van autoriteit geven me het gevoel dat ik op ieder moment achter de tralies kan belanden.

Dat gebeurt gelukkig niet.

De stress verdwijnt snel als ik in de avond een aardige jongen ontmoet die Ivan heet. Hij werkt bij het hotel waar ik slaap en neemt de tijd om mij een rondleiding te geven in Kandalaksha. We lopen naar zijn favoriete plekje aan de rand van een uitmonding van de Witte Zee. Hij vertelt over zijn leven in Kandalaksha en ik luister aandachtig. Het leven is lastig hier, legt hij uit. Er is namelijk niet echt een bloeiende economie in Kandalaksha en daarom is goed werk vinden bijna onmogelijk. Het liefst vertrekt hij dan ook naar een stad in het zuiden voor een beter leven maar daarvoor is geld een probleem. Een van de weinige kansen is de militaire school maar daar twijfelt hij over. Als ik vraag hoe het is om met zes maanden winter te leven begint hij hard te lachen. “Six months? Winter here is at least seven or eight months. Sometimes snow starts in June!”

In lange tijd waardeer ik weer even onze fijne maar in vergelijking tropische en lange natte zomers.