De prachtige Tibetaanse cultuur

De prachtige Tibetaanse cultuur

“There are wolves, it is dangerous,” lees ik op een schermpje. “The police won’t allow you to take this road,” verschijnt er niet veel later op hetzelfde schermpje van een Chinees meisje. Thorsten vertelde dat in de Lonely Planet staat dat je zonder ‘travel permit’ kans hebt om niet toegelaten te worden op deze weg. Het ging rond in mijn hoofd, als ik deze route niet kon nemen moet ik minstens 500 kilometer omfietsen. Ik moest het wel proberen.

Ik vond het stiekem zelfs spannend.

Klaar om te vertrekken probeerde ze het nog een keer: “There are frozen springs you cannot pass.” Ik had mijn beslissing al genomen. Ik ging via de Qinghai-Tibet Highway langs de grens van Tibet naar Kunming. Al moest ik langs een politie checkpoint sneaken!

In het stadje Golmud aangekomen, aten Thorsten en ik nog een laatste keer samen. Ik ging zuidelijk en Thorsten richting Beijing. We namen afscheid en ik begon een zoektocht naar een goedkoop hostel. Een douche kon ik wel gebruiken na een tijd door de woestijn te hebben gebanjerd.

Via een motorrijder op weg naar Lasha in Tibet en volgeladen met meer dan drie keer mijn bagage volume, kwam ik in een hostel terecht.

Motorcyclist taking me to a hostel in Golmud

In het hostel ontmoette ik Rose (bijna alle Chinese reizende jongeren geven zichzelf een Engelse naam), die heel de avond fascinerend naar een stuk ruggenwervel van een paard zat te kijken. Ze had het gevonden in de woestijn, aan de voet van een berg in de buurt van Golmud.

Rose with her horse bone from the desert

De volgende morgen werd ze wakker met rugpijn. Een discussie met een ander meisje resulteerde in de overtuiging dat de rugpijn van het stuk ruggenwervel moest komen. Ze besloot het bot terug te gaan brengen naar de woestijn.

Zo vertrok ik uit Golmud en fietste de stad uit via de Qinghai-Tibet Highway, niet wetende of ik straks dezelfde weg weer terug moest fietsen. Ik verwachtte een politie checkpoint na vijf kilometer. Het kwam maar niet. Na 30 kilometer zag ik in de verte een groot gebouw. Dat moest het zijn! Zal ik er direct proberen er omheen te sneaken of gewoon zien wat er gebeurt?

Ik besloot voor het laatste te gaan.

Een heftige discussie kwam tot stand met drie agenten. Degene die de leiding had wees naar een bord met daarop uitgelegd dat alle buitenlandse toeristen een speciale reisverklaring voor Tibet nodig hebben. In praktijk betekent dit, dat je je scheel moet gaan betalen voor iemand die je continue in de gaten houd, genaamd een reisgids. Uiteraard had ik die verklaring niet. Ik begon uit te leggen dat mijn route niet door Tibet gaat maar langs de Tibetaanse grens naar Kunming in het zuiden van China. Net op het moment dat ik dacht dat het niet ging werken, kwamen de verlossende woorden: “You promise you do not go to Tibet.” In mijn hoofd gilde ik het uit. Ik gaf hem een beamend knikje en sprong terug op mijn fiets. Dit kon weleens de meest indrukwekkende route van mijn reis gaan worden.

Makkelijk? Nee, ik begon de hoogste klim van de hele toer. Na twee dagen kwam ik dan eindelijk boven op het topje van 4768 meter hoog.

Reaching the top 4768 meter, highest in my life so far

De afdaling duurde niet lang. Ik fietste namelijk de hooglanden in waar ik bleef hangen tussen de 3500 en 4500 meter. Na een welgetelde 20 kilometer kwam ik aan in een eerste Tibetaans dorpje. Hier ontmoette ik een Engels stel die wilde dieren aan het spotten waren. Ze vertelde dat via mijn route ik door uitgestrekte steppes zou fietsen met veel wilde dieren. Toen ze een foto lieten zien van wolven, begon ik me af te vragen of ik het meisje van het hostel toch serieus had moeten nemen. Gelukkig vertelde ze erachteraan dat deze beesjes eerder bang van ons waren en ze zonder telescoop ook niet te zien zijn.

Dat stelde me weer gerust.

Mijn eerste nacht was al een feest. Toen ik de mijn van de vorige nacht nat besneeuwde tentje wilde droogwapperen in de wind, bevroor de boel. Het was wel handig want nu kon ik het ijs eraf slaan. Een nieuwe manier van drogen. Het nachtje daarna was daarentegen niet heel comfortabel.

Camping at 4000+m in Qinghai

De volgende ochtend fietste ik mijn eerste kilometers in een gebied waar echt alleen maar natuur is. Na 60 kilometer was ik nog helemaal niets tegengekomen dan een telefoonmast. De dag erop begon ik kudde jaks te zien langs de weg. Gazellen schoten voor me weg. Grote hamsters renden van holletje naar holletje. Ik keek mijn ogen uit. Mijn hoogtepunt tot nu toe was een groepje wilde zwijnen in Turkije die in de nacht voor me wegschoten.

Dit was, verbazingwekkend!

Highland field in the Qinghai province in China

Ringo viewing yaks in the fields

Zo verstreek dag na dag. Waar ik fietste was dan niet officieel de provincie Tibet maar de cultuur was er. De meeste mensen dragen hier in Qinghai-Tibet nog traditionele kleding.

Traditional Tibetan clothing

Soms stopte ik bij een van de tenten langs de weg. Dan werd me al snel een warm bakje jakmelk aangeboden. In de tenten trof ik soms monniken in rood-gele kledij aan.

Tibetan nomads

Fietsen op deze hoogte is best vermoeiend maar ik houd vol. Het wordt krapjes want ik heb nog een maandje China voor de boeg en dan verloopt mijn visum. Snel naar het zuiden om ook een beetje echte Chinese cultuur te proeven.

Voor nu, nog even genieten van de kleurrijke Tibetaanse cultuur!