Bikepacking in de Ardennen

Bikepacking in de Ardennen

Ik sprak een man in België. Hij had grijs haar en liep met een hondje. Hij vond dat Hugo de Jonge eigenlijk een veels te jong ventje is om minister van volksgezondheid te zijn. Ook zou hij het niet raar vinden als Hugo zo nu en dan cocaine snuift. 

Ik vond dat wel wat vergezocht. 

Hij hield het daar niet bij. Nu ik toch naar ‘m zat te luisteren begon hij ook gelijk maar z’n gal te spuwen op al die onbetrouwbare vaccines. 

“Ze belde mij op en ik heb mooi gezegd dat ik ‘m niet wilde!” zei hij trots. 

“En wat vonden ze daarvan?” vroeg ik nieuwsgierig. 

Hij keek me een beetje verontwaardigd aan alsof dat een domme vraag was. “Wat kunnen ze? Daar hebben ze helemaal niets van te vinden.” 

Wat ben je cynisch, dacht ik. Maar ook dacht ik dat hij misschien wel eenzaam zou kunnen zijn. Zijn vrouw was er al een tijdje niet meer en sindsdien had hij maar een hondje genomen. 

De zes kilometer die hij iedere dag met dit hondje langs het Albertkanaal loopt is volgens hem wel genoeg om dat venijnige griepje buiten te houden. 

Ok, dacht ik, ik ga weer verder fietsen.

Cycling in blossom

Zo kwam ik dichter bij de Ardennen om vroegere tijden te herleven. Tijden waarin ik nog mijn backpack op mijn fiets had gespannen, zo op een plankje op mijn bagagedrager. Nu was ik met een fijnere fiets, betere kampeerspullen en, het allerbelangrijkste, met meer tijd.

Ik ging zo langs de l’Ourthe door plekjes als Durbuy, La Roche, langs Le Lac de Nisramont, maar ook door Rochefort, Dinant en Namen. Alleen in Durbuy sliep ik halverwege de week in een kamer om even lekker te kunnen douchen. Al was het weer wisselvallig lukte het prima om op verschillende plekjes te wildkamperen en kon ik zelfs nog een duik nemen in een van de rivieren die ik passeerde.

Cycle-tour Ardennes

Cycle-tour Ardennes

Cycle-tour Ardennes

Zo wat noordelijker in België had ik mijn tent ingepakt en liep terug om weer op de weg te komen, toen ik opeens oog-in-oog stond met twee mannen die bomen aan het kappen waren. Ik zoek altijd zorgvuldig de plekjes op waar ik slaap om maar te hopen dat ik geen mensen tegenkom, en zo nu en dan gebeurt dat dus ook.

Ze keken mij vriendelijk aan, zo van, hey, had jij je even lekker verstopt hier, waar kom je opeens vandaan? Ik dacht nog even van, misschien stellen ze dit helemaal niet op prijs want ik mag hier eigenlijk niet komen.

Cycle-tour Ardennes

Om deze discussie te vermijden vroeg ik naar wat ze aan het doen waren.

“We kappen de vogelkers want deze exoot neemt het hele bos over” zei de man met een kort baardje en een serieuze blik. “Ooit hebben mensen deze overgebracht van Amerika, om zo snel aan kaphout te komen.”

“En waarom noemen ze de bomen vogelkers?”Ik vroeg hen.

“De vogels eten de kersen van de boom en verspreiden zo de pitjes.” voegde de andere man er aan toe. Hij had een vriendelijke blik en keek nieuwsgierig naar mijn fiets, “En wat ben jij eigenlijk aan het doen?”

Ik vertelde ze over mijn korte reisje naar de Ardennen. Ze keken elkaar aan met een glimlach alsof alles nu helemaal duidelijk was. “Jullie Nederlanders kunnen zo overdrijven hè, met dat fietsen.”

Dat deed me glimlachen.

Terwijl ik de uren in het zadel voortzette, merkte ik op dat de lente er was en dat gaf mij een heel fijn gevoel. Mijn gedachten werden licht en meer positief dan normaal. Ik haalde mijn dagboek tevoorschijn en toen schreef ik:

‘Ik ervaar de vrijheid om in verschillende ruimtes te bewegen. Energie te delen met vreemden. Stilte te voelen door alleen te zijn in de natuur.

De avonturen van alledaagse wegen en de veranderlijke seizoenen en weersomstandigheden.

Wanneer momenten in het leven verward en zinloos lijken. Zonder dat ik kan uitleggen hoe het komt en ik kan er ook niet over klagen, want niets is tegen mij.

Als ik mij zo beweeg, op de fiets, voel ik me licht worden doordat de wolken van twijfel veranderen in regen, het worden druppels die mijn leven voeden. Wanneer mijn zintuigen bewust worden dat alles wat ik weet is dat niets solide is en alles veranderlijk.’