Wat is het de afgelopen drie maanden een uitdagend stukje fietsen geweest door Alaska en Canada. Toen ik met dit idee in mijn hoofd rondliep heb ik nogal wat kritische reacties doorstaan, de meesten verklaarden mij voor gek om in hartje winter voor zo lang zo noordelijk te willen gaan fietsen. Ik wist zelf ook niet of ik het echt vol zou gaan houden, wat ik zou gaan ervaren en hoe mijn lichaam en geest zou gaan reageren op zulke extreme omstandigheden.
Nu de lente aangebroken is kan ik met veel trots zeggen dat het is gelukt en dat ik er ook enorm van heb genoten. Al mijn vingers zitten er nog aan, alleen op sommige plekken moet het gevoel in mijn vingertoppen nog een beetje terugkomen. Ik ben heel wat mooie levenservaringen rijker, al weet ik niet of ik het nog een keer zou doen, had ik deze ervaringen niet willen missen. Ik heb leren omgaan met extreem lastige situaties vooral met de afstanden en kamperen in de kou. Dagen waren lang en zwaar en ik was meer dan eens echt goed uitgeput. Ik heb kunnen voelen hoe het is om door te blijven gaan ook al was het zwaar. Mijzelf te blijven observeren zonder verstrikt te raken in zware emoties ook al gebeurde dat weleens. Ik denk zeker dat dit uitdagende deel van de reis heeft bijgedragen om beter met tegenslagen en lastige situaties om te kunnen gaan.
Op 20 december vertrok ik vanuit Alaska van Coldfoot Camp aan de Dalton Highway ten noorden van de stad Fairbanks. Op 21 december was ik op de kortste dag van het jaar, het winterpunt, op de poolcirkel. In de maanden januari en februari fietste ik over de Alaska Highway die van Alaska helemaal diep Canada in gaat.
Eind februari kwam ik aan in Fort St. John en ging toen zuidelijk over Grande Prairie over de Highway 40 naar de Icefields Parkway. Na de Icefields Parkway kon ik in Banff een fijne pauze nemen om weer verder te fietsen door Calgary over de prairies naar Taber om daar mensen op te zoeken waar ik familie van ben.
Taber is een plekje dat bekend staat in Canada voor de maïs, aardappelen en suikerbieten. Het is gelegen in de prairies ten oosten van de Rocky Mountains die zich uitstrekken van Canada zuidelijk naar de Verenigde Staten. Ik ging ontdekken hoe het nou precies zat, hoe ik familie was van de mensen hier in Taber en hoe was het zo gelopen dat ze hier zijn gaan wonen. In de week dat ik in Taber was ontdekte ik veel en ik neem je mee in wat Canada verbind met Nederland.
Voor het huidige Nederland staan er mensen in de rij om te emigreren. Overal in de wereld zijn er families die maar dolgraag vertrekken naar een ontwikkeld land als Nederland. Voor een betere toekomst of om van onderdrukking weg te vluchten. In de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog was dat redelijk anders. Volgens een onderzoek (NIPO enquete) in 1948, dacht 32% van de Nederlanders juist aan emigratie uit Nederland voor onder andere een betere toekomst voor kinderen. Er was veel armoede en daarnaast was ook nog is zoiets als de naoorlogse babyboom.
In de troonrede van 1950 zei koningin Juliana:
“De snelle bevolkingsgroei en de beperkte oppervlakte beschikbare grond vereisen een krachtdadige bevordering van de emigratie”.
Emigranten kregen de overtocht vergoed en vaak ook een paar honderd gulden als landingsgeld. Op deze manier was er een naoorlogse emigratiestroom en vertrokken er over een half miljoen mensen uit Nederland naar onder andere Canada, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw Zeeland.
Canada kent een geschiedenis van kolonisatie door Europeanen. In de jaren ‘50 was Canada reeds volledig overgenomen van de inheemse volkeren. Die zich duizenden jaren geleden weer gevestigd hebben over land vanuit Azië. De cultuur en invloed van de inheemse volkeren zijn over de afgelopen honderd jaren vrijwel uitgewist door de Europeanen. Zij werden herplaatst of weggedreven naar meer afgelegen plekken, bij weerstand uitgeroeid of heropgevoed in heropvoedingskampen waar de Europese normen en waarden opgelegd werden. Na het op deze manier vrijmaken van land en ruimte creëerde de gevestigde Canadese overheid verschillende plannen voor de ontwikkeling van het land. In de jaren ‘50 was er al redelijk wat infrastructuur tot stand gekomen. Voor de verdere opbouw van Canada waren er meer mensen nodig die onder andere de agrarische sector op konden tuigen.
De halfzus van mijn opa verhuisde op deze manier in 1952 vanuit Rotterdam met de Holland-Amerika lijn naar Canada. Vervolgens stapten ze in een trein die ze van het oosten van Canada naar het westen van Canada bracht. Zij kwamen aan in het zuidelijke Alberta in een gebied met uitgestrekte prairies, veel land en ruimte maar er was verder helemaal niets. Er moest irrigatie aangelegd worden om de landen van water te voorzien aan de voet ten oosten van de Rocky Mountains. De prairies zijn namelijk droog en landbouw is alleen mogelijk door het gletsjerwater uit de bergen op een efficiënte manier op te slaan en te gebruiken.
‘Toen wij hier kwamen waren er geeneens toiletten’, vertelde Vena mij. Vena ontving mij met open armen in Taber en ze was toevallig nog jarig ook.
Het was interessant te zien hoe zij nog de Nederlandse gewoonten in huis had. Het Delfs blauw in de kamer, poppen met klederdracht en bitterballen als snack. Ze is hertrouwd met Gerrit die ruim 10 jaar geleden naar Canada is verhuisd, dat heeft wel geholpen om de Nederlandse gewoonten in stand te houden.
Nederland is altijd al wel succesvol geweest in de agrarische sector maar er is en was altijd een gebrek aan ruimte. Canada had die ruimte maar er waren hardwerkende mensen en de juiste kennis nodig om gewassen te verbouwen. Mijn familie begon met het verbouwen van suikerbieten. Zij werkten van generatie op generatie aan de ontwikkeling van de landbouw hier in Alberta. Als eerste op het land van de reeds gevestigde boeren en huurden vervolgens hun eigen land om zo geld te sparen en op termijn zelf land te kunnen kopen. Zo konden ze in meer dan 60 jaar een boerderij oprichten met zo’n 8000 vleeskoeien. Met het succesvol verbouwen van eerst suikerbieten en later andere gewassen als voer voor de koeien.
Een stadje als Taber en de kostbare en moderne middelen die inmiddels gebruikt worden maakt Taber een modern ontwikkeld agrarisch gebied. Als je je hier wilt gaan vestigen als boer dan moet je met een behoorlijk startkapitaal komen. Taber en de omgeving is inmiddels een van de meest ontwikkelde agrarische gebieden in Canada en misschien wel in de wereld. Het maakt mij trots om hier te verbinden met familie die een grote rol hebben gespeeld in deze ontwikkeling.
‘Ik krijg ‘m niet aan de gang’, zei Dick. Dick is 86 jaar en is de man van Joanne, de dochter van de halfzus van mijn opa die inmiddels overleden is. Hij had een videoband uit de kast getrokken waar op stond, visit to Holland in 1992. Ik stopte wat kabeltjes op de juiste plekken in het apparaat en warempel, met twee grote camera’s waren ze op bezoek in Nederland in 1992. Ze reden rond in een gehuurde auto en gingen op bezoek bij mijn ouders, tantes, ooms, opa en oma. Het was ontzettend grappig om te zien, ze waren vooral geamuseerd en ook wel eens gefrustreerd over de krappe straten en het drukke verkeer in Nederland.
Ik ontmoette niet alleen Vena, Gerrit en Dick maar ook andere familieleden, op verschillende dagen maakte ik kennis met ze, ze kwamen vanuit de omgeving op bezoek.
Later in dit drukke weekje gingen we nog op een roadtrip naar het prachtige Waterton in de Rocky Mountains op anderhalf uur rijden van Taber.
Na flink wat kennismakingen en geschiedenislessen fietste ik na een weekje Taber weer uit om over de prairies naar de grens met de Verenigde Staten te gaan.
De prairies zijn zo open dat ook kamperen uit het zicht bijna onmogelijk is. Bij de eerste nacht in de buurt van Magreth kwamen er wat nieuwsgierige Huderrites een kijkje nemen. Ze dachten dat mijn tent een beer was die uit zijn winterslaap hier rondsnuffelde. De Huderrrites zijn anabaptisten die nog steeds in een kolonie leven.
‘Wij zijn tegen oorlog,’ legt Mike mij uit die net als zijn broer een grote zwarte hoed op heeft. Ze bieden mij een biertje aan en blijven gezellig kletsen naast mijn tent. Dat ze tegen oorlog zijn is een van de redenen dat de Huderrites een erg onderdrukt verleden hebben. Ze werden gedwongen deel te nemen aan oorlogen, eerst in Europa en daarna in de Sovjet Unie. Ze verhuisden vanwege deze onderdrukking regelmatig en er zijn toen kolonies terechtgekomen in Alberta toen ze ook in de Verenigde Staten in problemen kwamen.
De volgende ochtend werd ik uitgenodigd op ontbijt. De familie die ik ontmoette was ontzettend vriendelijk al wilden ze niet dat ik foto’s maakte.
‘Je mag het eten en de inrichting van ons huis op de foto zetten,’ vulde de moeder aan.
Ik moest erg wennen aan de voelbare verdeling tussen mannen en vrouwen. Ik zat met de broers aan tafel en de vrouwen zaten eromheen. Dit maakte mij ongemakkelijk, helemaal toen de moeder wat boos naar de andere vrouwen liet merken dat ze stil moeten zijn en moesten luisteren naar ons gesprek. Later kreeg ik een rondleiding en dat was indrukwekkend. De kolonie is vrijwel geheel zelfvoorzienend. Mike liet mij de boerderijen zien, een slachthuis, een wasruimte, een plek waar leren schoenen en kleding gemaakt worden. Zelfs de bloes die Mike aanhad was door zijn vrouw handgemaakt.
De voertaal in de kolonie is Duits en driemaal daags eet iedereen samen op bepaalde tijden, de mannen en vrouwen gescheiden. Als de kolonie het maximum van 150 mensen heeft bereikt wordt er gezocht naar een nieuwe vestiging.
‘Als mensen de kolonie verlaten komen ze vaak snel weer terug,’ verteld de moeder van het gezin vol trots.
Ik stel mij voor dat ik in deze kolonie opgegroeid ben en de kolonie zou willen verlaten voor een fietsreis. Dan zou ik toestemming moeten vragen aan de priester en de beslissingscommissie. Ze zouden mij waarschijnlijk niet laten gaan en al helemaal geen reisbudget meegeven. Ik zou dan tijdelijk geen bijdrage leveren aan de kolonie en dus ook geen recht hebben op de privileges van de kolonie. Dan zit er niets anders op dan de kolonie te verlaten, werk te zoeken en hopelijk snel genoeg te sparen voor een fiets, spullen en een reisbudget. Dat zou ontzetten lastig zijn, ik zou mijn familie missen en moeite hebben echt te verbinden met de buitenwereld en wellicht weer terugkomen om de aan mij door de priester en de beslissingscommissie toegewezen baan weer op te gaan pakken. Toch kan ik mij voorstellen dat de vrijheid die ik dan opgeef een krachtige verbondenheid in de plaats brengt, waar ik mij als stadsjongen in de individuele wereld maar weinig bij voor kan stellen.
De Hutterites stuurde mij weer op pad met een zakje heerlijk eigengemaakt gedroogd vlees en zo’n drie maanden aan kauwgom. Ze wilden mij ook nog een doos met eieren meegeven maar die sloeg ik af, die zouden de onverharde weg van de kolonie naar de hoofdweg niet eens overleven.
De lange dagen op de fiets geven veel tijd om na te denken en alle informatie een plek te geven. Het is alleen wel aan de weersomstandigheden hoe dat verloopt. Op de uitgestrekte prairies is er vaak niet veel tijd om na te denken. Ook al zou je denken dat de uitgestrekte vlaktes mijn aandacht naar binnen zou laten keren is niets minder waar. Er is namelijk vrijwel altijd wind en er is geen boom die de wind kan stoppen.
Vandaag kwam de wind stevig uit de bergen, in de verte zag ik de bekende Chief Mountain die met een platte top goed herkenbaar is. Ik kwam nauwelijks vooruit. Het was al ver in de middag en ik had met veel moeite 25 kilometer kunnen trappen. Het was absoluut zwaar en ik zette nog even extra aan.
Knap! Hoorde ik, en ik verloor direct de spanning op mijn trappers. Dat klonk helemaal niet ok!
Ik keek achter mij en, oh nee, daar lag mijn ketting gebroken op de grond.
Lees hier een interview in de Taber Times.
Bronnen gebruikt in dit artikel
Andere tijden – https://anderetijden.nl/aflevering/542/Emigratie-naar-Canada
Hutterites – https://en.m.wikipedia.org/wiki/Hutterites
Het boek Sapiens van Yuval Noah Harari