De Big Sur-nachtrit

De Big Sur-nachtrit

“Vreedzame woede flitst op rotsen die oprijzen als een sombere zee-lijkwade die uit de baai torent, de bingbang-baai met zijn zeeën die in grotten dreunen en naar buiten klappen, de steden van zeewier die op en neer drijven, je kunt zelfs hun donkere glans zien in het fosforescerende zeestrand nachtlicht.”

Big Sur

Uit het boek Big Sur van Jack Kerouac. Verhalen die mij inspireerden om de weg op te gaan en de eenzaamheid in de natuur op te zoeken.

 


Het was vroeg in de ochtend op een kampeerterrein voor fietsers en wandelaars op de Sunset Beach State Campground in Californië.
Larry, Owen en Rich zaten rond de tafel te discussiëren met serieuze gezichten.
Larry vond het absoluut geen goed idee en hij was waarschijnlijk de meest bedachtzame persoon.

“Ik wil echt niet in de problemen komen,” zei hij, “het is illegaal om te doen.”

Owen stond ervoor open, maar wilde Larry niet dwingen iets te doen wat hij niet wilde.
Larry en Owen waren op fietsavontuur van Seattle naar San Diego en op de een of andere manier kwam ik ze de hele tijd tegen.
Nu was er ook Rich, een vriend van ze, die het laatste stuk meefietste. Rich, die niet bang was om iets avontuurlijks te doen, stelde voor dat ze uit elkaar zouden gaan, zodat hij het alleen zou proberen.

Ik stond aan de zijkant van de tafel te luisteren naar hun argumenten en besloot dat ik er net als Rich voor wilde gaan.

Dan waren er nog twee andere fietsers op de camping, Loui, die ik even had gesproken en Jason, die de meest gedisciplineerde van ons allemaal was en al om 5 uur ‘s ochtends vertrok om nooit meer gezien te worden.

Het probleem

Big Sur

We stonden op het punt highway 1 op te gaan van Monterey naar Big Sur langs de kustlijn. Big Sur zou een prachtige rit langs de kust worden. Zeer afgelegen met een kronkelende weg met prachtig uitzicht op kliffen en de zee. Met een ruige kustlijn vol zeehonden, zeewier en rotsen. En er was die mistige laag met wolken die vaak over de zee en de bergen te zien was. Het zou de mooiste rit worden van de hele kustlengte van Californië.

Er was alleen één belangrijk probleem, de weg was afgesloten vanwege landverschuivingen. Geen kleintjes, nee, een heel voetbalveld met grote delen van highway 1 die regelrecht de zee in waren gegleden.

Landverschuivingen komen soms voor in Californië als er zware regenval is geweest. Grote massa’s aarde, stenen of puin bewegen gewoon een helling af. Het is een gevaarlijk gebeuren. In het Big Sur-gebied waren er toevallig dit moment een kleine en twee andere grotere landverschuivingen die grote delen van de highway 1 weg hadden genomen. De weg was afgesloten vanaf Lucia een klein plekje na Big Sur en helemaal tot en met Ragged Point in het zuiden was de weg helemaal dicht.

Big Sur road closure

Wekenlang was er al indrukwekkend wegwerk verricht met behulp van tientallen grote machines die niet al te ver van nu de weg weer zouden moeten helen. De media had het al over lokale konvooien die mensen in het gebied konden bevoorraden, maar voor toeristen was het nog verboden terrein.

Het idee

Big Sur

Rich was ervan overtuigd dat het mogelijk was.
“Overdag word je tegengehouden door mensen die er werken, maar ik heb verhalen gehoord van fietsers die de oversteek na 1900u ’s avonds hebben gedaan.”

Er stond me iets spannends te wachten, maar het was een grote gok.

Beneden bij het dorp Big Sur was het laatste hele kleine dorpje Lucia en vanaf daar was er geen verkeer toegestaan, geen auto’s, geen fietsers, geen wandelaars. Er was ook geen omweg, als ik eenmaal naar Lucia zou gaan, kon ik niet landinwaarts over de Lucia Range-bergen. Er was absoluut geen manier dan alleen maar terug te keren naar het stadje Monterey. Dat zou bijna 100 kilometer lang terug naar het noorden zijn met tegenwind en dan een veel drukkere highway 101 nemen die door heet en droog gebied langs allemaal militaire trainingskampen zou gaan.

Dat was een te grote trade-off voor Big Sur die niemand echt wilde maken.

En ik had iets met Big Sur. Ik was helemaal in m’n nopjes van dat gebied door het boek dat de naam van Big Sur had gekregen en geschreven was door Jack Kerouac. Hij sprak over Big Sur als het een plek was die je zou genezen van alle ziekten en kwalen. Ik zou dan de mogelijkheid krijgen om eindelijk eens van mijn fietsverslaving af te komen.

Ik nam een ​​besluit waarvan ik wist dat er risico’s aan verbonden waren, maar ik wilde echt over Big Sur fietsen en wat was het ergste dat mij kon overkomen? Dat ik zou worden weggestuurd om terug te gaan voor een vertraging van twee dagen in mijn strakke schema om Mexico te bereiken? Een boete? Uitzetting uit het land?

“Nee,” zei Larry, “het is ook gevaarlijk, het ergste dat kan gebeuren, is dat je in de problemen komt in een van die landverschuivingen. Het is daar wellicht gewoon niet veilig.”

Larry had gelijk, maar waren ze er niet al weken en weken mee bezig? Rich nam zijn beslissing, hij zou gaan. En ik geloofde Rich met zijn verhalen dat het mogelijk was. Dat fietsers de reeds aangelegde maar stoffige wegen waren overgestoken. Er was nog geen asfalt, maar er zou een weg zijn waar anderen veilig overheen waren gegaan zodat wij dat ook konden doen.

Het idee was om een ​​lange dag te gaan fietsen met een avontuurlijke maar eigenlijk verboden nachtelijke oversteek van Big Sur.

De manifestatie

Big Sur

We verlieten de camping, alle vier samen. Fietsten naar een klein boerendorpje genaamd Castroville, bekend om de artisjokoogst.

Hier deden we de opsplitsing.

Rich en ik gingen samen naar Monterey. Rich had al een motel in Monterey geboekt en zou de volgende dag proberen de oversteek te maken. Ik besloot om diezelfde dag de volledige 110 kilometer over Big Sur naar Lucia te rijden en vervolgens de 40 kilometer lange oversteek van de afgesloten delen van de weg. Het zou een erg lange rit zijn, maar absoluut te doen.

Het was allemaal zo prachtig. Die weg naar Big Sur. Adembenemend. Zee, kliffen, rotsen, bergen, bossen, zeehonden en wat al niet meer. En er was een fijne wind in de rug, dus ik kon Big Sur ‘s avonds op tijd bereiken.

Ik liep de Big Sur River Inn binnen voor een pauze en liet mijn fiets om de hoek achter.
“Kom je eten?”
Vroeg de dame aan de receptie terwijl ze een kleine vreugdevolle sprong naar me toe maakte.
“Nou, dat kan ik niet betalen,” was mijn antwoord “maar een koffie kan wel!”
Zei ik op een opwindende toon en dat was geen leugen, want Big Sur is in de loop der jaren een hele populaire en dure plek geworden.

Ze lachte en vertelde me dat ik aan de bar kan zitten voor een kopje koffie terwijl ik naar een televisie keek met mensen die zwaar aan het lijden waren omdat ze zo graag een marathon wilden rennen in een stikhete woestijn. Ik vroeg mezelf af wat het nut was van dat lijden en eigenlijk ook het nut van koffie drinken tijdens avondeten.

Toen veranderde alles.

Er kwam een ​​mevrouw naast me zitten. Ze keek me aan en zei niets. Ik nam een ​​slok koffie terwijl mijn ogen van haar naar de barflessen gleden en terug naar de televisie. Ze bestelde een cocktail van $20 en een bord gefrituurde inktvis van $25 alsof dat hier de gewoonste zaak van de wereld was. Ik zat daar te manifesteren dat die gouden knapperige inktvisjes op de een of andere manier naar mijn mond zouden zwemmen.

Dit is nonsens, zou je misschien denken, maar het werkte.

Ze nam een ​​paar happen en liet het bord ongelooflijk genoeg nog steeds vol met die knapperige gouden inktvisjes gewoon staan, zodat ik stiekem de rest van het bord op kon eten. En dat was de juiste keuze, want ik hou niet van hoge prijzen en zeker niet van voedselverspilling.

Het bleek de perfecte solo-avond uit te zijn.

Het was 1700u en ik nam het plan voor vanavond door. Ik moest nog 40 kilometer fietsen tot het checkpunt bij Lucia. De rest van mijn avondeten zou ik onderweg moeten maken en opeten.

Ik wilde gaan maar staarde nog even de voordeur van het restaurant uit en zag ineens twee rode tassen voorbij komen.

Was dat een fietser?

Het was een fietser. En ik wist ook niet wat de fietser hier deed of wie het zou kunnen zijn. Ik dronk de laatste slok van mijn koffie op en nam het laatste stukje van de al wat koud geworden inktvis. Daarna vulde ik wat flessen water en maakte een snelle wandeling naar mijn fiets, sprong erop en maakte me klaar voor het grote gebeuren.

De oversteek

Big Sur

Het spel was begonnen.

Alles wat er vanaf nu zou gebeuren, was vastbesloten om óf mega ellendig óf het meest opwindende avontuur ooit te worden. Van Big Sur naar Lucia was klimmen door prachtig sequoiabos.

De zeehonden maakten geluiden als blaffen, toeteren, grommen, brullen en kreunen. Het kon ze niet schelen.

De passerende fietser was ik al vergeten want die zou misschien wel een afslag naar een camping kunnen genomen hebben. Ik lette even niet goed op en zag ineens die fietser op een parkeerplaatsje staan ​​om even bij te komen van de klim.

Wat in vredesnaam, het was Loui van de camping!

“Waar ga je heen Loui, de weg is afgesloten!”
Schreeuwde ik naar hem.

“Dat weet ik. Mijn plan is om vanavond en misschien wel in de nacht over te steken.”
Zei hij helemaal opgewonden.

“Nou, dat is mijn plan!”
Zei ik terug tegen hem.

Loui, een 20-jarige jongen uit Wisconsin, op zoek naar zichzelf op de fiets, was op reis van Vancouver naar de grens met Mexico en vanaf daar had hij geen idee wat hij ging doen. Hij had geld gespaard door te werken bij een kaasfabriek en sprong toen roekeloos op de fiets.

We bundelden onze krachten om de oversteek te gaan wagen. Al snel was het donker en deden we onze lichten aan, maakten onderweg wat eten en het werd steeds spannender. Zouden er mensen zijn? Een bemand checkpunt? Of iets dat ons ervan zou weerhouden om verder te gaan?

We wisten het niet maar zouden er snel achter komen.

Als er een auto aankwam, sprongen we in de struiken langs de kant van de weg. Mijn maag was helemaal in de war van wie weet wat, misschien wel de hele spanning van dit avontuur. Het hielp zeker niet om snelheid te maken, maar midden in de nacht passeerden we het laatste bord waarop stond dat de weg afgesloten was.

Een hond blafte luid.

Het was voorbij, dachten we. Er moest wel een controlepost zijn en met honden erbij zou het voorbij zijn. We waren voorbestemd om twee dagen dezelfde weg helemaal terug te fietsen. Het kon niet anders.

Gelukkig kwamen we erachter dat de blaffende hond uit een huis in de heuvels kwam. Het was geen veiligheidshond en daarmee voelden we ons een beetje minder bezorgd. Al snel liepen we op de nieuw aangelegde stoffige weg. Als het te gevaarlijk zou zijn, spraken we af, zouden we toch teruggaan en de omweg maken. Maar het zag er allemaal prima uit.

We maakten even een pauze want Loui moest even een dixi toilet van binnen bekijken. Ik stond daar te wachten in het donker en op een gegeven moment deed ik mijn hoofdlamp aan en ik schrok even van wat ik toen zag.

Een stinkdier snuffelde aan mijn fiets en rende weg van het licht alsof hij betrapt was op het leeg laten lopen van mijn band.

We liepen over wat stoffige wegen die nog niet geasfalteerd waren maar toch al best goed begaanbaar. Er was niets om ons zorgen over te maken dan alleen de stop voor mij om mijn maag keer op keer te legen. Dat was niet leuk, maar op de een of andere manier moest ik ermee omgaan.

We passeerden een enorme landverschuiving en hielpen elkaar om op de weg te blijven. Niets bijzonders en er was niemand te bekennen. Het was allemaal veel groter in onze gedachten en het passeren was zonder enige moeite of gevaar. We hoopten alleen dat er geen politie of sherif zou gaan onderzoeken of er ‘s nachts niet stiekem overstekende fietsers waren.

De tweede landverschuiving, meer naar het zuiden, was al bijna gerepareerd en daar passeerden we langzaam fietsend over. We genoten zoveel van de nachtelijke rit dat Loui me vertelde dat hij het van zijn beste ritten ooit was. En ik genoot ook echt van fietsen in de stille nacht. Geen geluiden. Alleen de golven van de zee die tegen de rotsen aansloegen en soms wat geritsel van een stinkdier. Dat was alles.

De nachtrust

Big Sur

Later die nacht vonden we een mooi stukje bos en controleerden of we niet tegen die kleine giftige eik aanliepen en sloegen ons kamp op. Het was bijna 300u ‘s nachts en toen ik op mijn kilometerteller keek, stond er dat we die dag bijna 160 kilometer hadden afgelegd.

Blij, moe en vrij van zorgen, gingen we liggen en vielen meteen in een diepe slaap.