Mijn geluksdag

Mijn geluksdag

ELees ik dat goed? Staat er ‘hot spring’ op dat bord? Ik neem de afslag van de geasfalteerde weg richting een vallei. Zal het echt waar zijn? Een warm bad? Nee, dit kan niet waar zijn. Misschien gewoon wat warm water wat uit een berg stroomt maar dat zal het zijn. Zulke natuurwonders stel je jezelf altijd perfect voor maar in werkelijkheid valt het dan tegen. Ik bescherm mezelf in mijn gedachten voor een tegenvaller maar besluit toch een kijkje te nemen.

Het regent en is koud. Ik ben nog steeds in de Tibetaanse hooglanden. Nu in de provincie Sichuan. Ik fiets over ongemakkelijk modderige stenen. Zes kilometer stond er op het bord. Ik word opgehouden door een kudde jakken. Ik maak wasgebaren naar de rondlopende Tibetanen. Ze wijzen me verder. Wanneer ik eindelijk stoom boven de rotsen zie, kan ik mijn ogen niet geloven. Dit is het. Het is echt. Er is hier werkelijk een heet water oase waar ik me in kan laten zakken!

Vandaag is mijn geluksdag.

Hot spring in Jiawa. My lucky day

In het restaurantje met twee volgeladen fietsen voor de deur, kwam ik Annie en Pollie tegen. Een Hongaars koppel die op weg zijn naar Nieuw-Zeeland. Ze kwamen vanaf Yushu en waren op weg naar Chengdu. Ik besloot met ze mee te gaan voor één of twee dagen en kijken hoe het loopt.

Hungarian couple I joined for some days

De Tibetaanse cultuur blijft verrassend. Soms stoppen mensen om een foto van ons te maken. Zo nu en dan werden we uitgenodigd voor een bakje thee met jakmelk. Op een regenachtige avond mochten we zelfs een huisje gebruiken om te overnachten. Lekker warm met een brandkacheltje waar de Tibetanen gedroogd poep van de jakken verbranden.

Tibetan girl looking at my attempt to make tsumpa - the Tibetan breakfast

We deden ons best ook van dit avondje een Tibetaans avondje te maken. Dat ging lekker tot op het moment dat Pollie zijn laptop tevoorschijn haalde. “Should we watch a movie?” En dat was verleidelijk. De laatste die ik gezien had was in Teheran. Een Iraanse film in de bioscoop, zonder ondertiteling. Niet veel later zaten we lekker knus ‘The Hobbit’ te kijken.

Al was het gezellig besloot ik na twee dagen weer alleen verder te gaan. Annie en Pollie fietsten wat trager wat mij zorgen baarde over de kilometers die ik nog moest maken. Mijn visum tikte en m’n beentjes kriebelde.

Ons afscheid was bij de Golden Lotus Tempel. Een gigantisch groot Tibetaans klooster midden in de bergen.

Tibetans in front of a golden Buddha at the Golden Lotus Temple

Zo maakte ik mijn weg verder door de Tibetaanse cultuur en steeds mooier wordende omgeving.

Tseyongtjee, mijn Tibetaanse gezelligheid in Yushu had me uitgelegd dat de route die ik fiets, de Tibetaanse cultuur nog authentiek is. In Tibet zelf zijn er al veel Chinese invloeden waardoor de cultuur verandert. De Chinese invloeden brengen dan wel veel welvaart maar zich mee, maar het verandert het leven van de Tibetanen en hun tradities.

En ja, iedere cultuur wordt op een bepaalde manier moderner en verliest zo zijn authentiekheid. Hier in de hooglanden zie ik daarentegen nog veel Tibetaanse nomaden leven en de tradities die zij nog hebben zijn fascinerend.

Tibetan boy staring

Tibetan prayer flags in the mountains

Buddha painting on a mountain

Toch is het een lange koude eenzame tocht. Berg op, berg af. Ik begin te dromen over de tropische temperaturen die komen gaan. Vandaag is me nog kou en regen gegund.

Na wat uurtjes in de ‘hot spring’ besluit ik weer verder te gaan. Ik kan hier niet blijven ook al is het zo comfortabel. Ik fiets en fiets tot ik merk dat mijn band lek is. De regen gaat nog harder. De wind maakt het niet fijner. Band plakken en weer verder. Ik kan niet meer. Ik heb het koud. De weg gaat alleen maar omhoog. Wanneer stopt het nou is met regenen? Er stopt een jeep naast me. Het raampje gaat open en een Chinese jongen roept: “You need help!?” Ik bedenk mijn situatie en knik beamend. Ik laad mijn fiets in de jeep en voel me tegelijkertijd een zwakkeling. De ramen van de jeep beslaan, dat komt door mij. We rijden omhoog tot de regen veranderd in sneeuw. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat we naar 4600 meter zijn gereden. Overal ligt sneeuw. Had ik dit wel overleefd op mijn fiets?

Ik weet het niet. Ik wil er niet aan denken.

Na een uur komen we aan in het stadje Daocheng. Ik laad mijn fiets weer uit de jeep en een uur later droog ik mezelf en mijn spullen in een jeugdherberg. In mijn gedeelde slaapkamer zie ik een snoertje uit het bed hangen. Een elektrisch verwarmt deken? Ik kruip er later in de avond lekker in.

Vandaag is mijn geluksdag.